Levenswerken

Een tijd geleden bracht ik een bezoekje aan het borduurmuseum “Het losse steekje” in Barneveld. Iets doen, iets verzamelen wat een ander niet doet, was het vertrekpunt van de twee mannelijke oprichters. In hun context werd gedacht “ze hebben een steekje los!”, zo vertelden ze. Wat een oordeel kunnen mensen hebben als we iets gaan doen wat niet zo gebruikelijk is of als we ergens in lijken af te wijken…

Ik vond het bewonderingswaardig. 1.800 borduurwerken tentoongesteld, terwijl ze er eigenlijk 18.000 hebben verzameld. Wat ik vooral leuk vond was dat deze mannen oog lijken te hebben voor het verhaal achter elk ‘kunstwerk’. Ze keken niet zozeer naar mooi of lelijk. In of uit de mode. Of wat dan ook. Maar ze leken te beseffen dat achter ieder borduurwerk een mens heeft gezeten… Een mens met een verhaal. Borduurwerken met een verhaal… Levenswerken.

Ze wisten bij diverse borduurwerken iets te vertellen. Mensen die op doktersadvies gingen borduren, na een hersenbloeding. Bijzonder om te horen dat borduren deze mensen heeft geholpen in hun herstel. Een foulard dat jaren lang bij mensen over de bank heeft gelegen, gemaakt van aan elkaar gestikte borduurwerken. Werken met bijzondere steken. Een portret, levensecht nageborduurd, van een foto van een vader…

Borduren is van origine echt een mannenberoep. In Bijbelse tijden borduurde de priester zijn eigen kleding. Een man die ging borduren om de tijd te doden in een revalidatieproces, zei: “het heeft zelfs ons huwelijk gered”.

Achter elk borduurwerk heeft een mens gezeten… Met vele gedachten en gevoelens. Met een verhaal, een levensgeschiedenis. Schilderen met een draad… Om iets te vieren, om iets of iemand te gedenken. Om tot rust te komen in de gedachten. Om te herstellen van een ziekte. Borduren, om iets te maken voor jezelf. Om iets te geven aan een ander.

De meeste borduurwerken waren ingelijst. Of ze waren ergens in verwerkt. Er waren stoeltjes mee bekleed of kussens van gemaakt. Hoe dan ook, wij zagen in dit museum meestentijds alleen de bovenkanten. In het dagelijks leven is dat eigenlijk precies andersom.

Ik moest denken aan het gedichtje van Corrie ten Boom:

Mijn leven is een weefsel tussen God en mij,
niet ik kies de kleuren, heel doelbewust werkt Hij.
Vaak weeft Hij er verdriet in en ik, door onverstand,
vergeet: Hij ziet de boven – en ik de onderkant.

Als ’t weefgetouw zal rusten en de spoel schiet niet meer om,
zal God het doek ontvouwen en verklaren elk ‘waarom’-
hoe nodig donkere draden zijn in des Wevers hand
naast goud – en zilverdraden: zó komt Zijn plan tot stand.

1.800 borduurwerken tentoongesteld. Soms heel mooi. Heel bijzonder fijntjes. Mooie kleuren, een mooi ontwerp. Soms grof gestikt, met een dikke draad. Sombere kleuren, herfstachtige kleuren.

Sommige borduurwerken zijn geborduurd met een enkele kleur. Andere werken hebben een diversiteit aan kleuren. Van sommige kleuren soms maar een enkel steekje. Wat kan het leven onmogelijk voelen als draden kriskras door elkaar lopen. Als er maar enkele steekjes met een bepaalde kleur geborduurd worden. En toch het kan zo nodig zijn, het kan er aan de bovenkant precies toe doen… Zoals de meeldraden van een prachtige bloem.

Mijn vader, een man om trots op te zijn…

“Mijn vader, een man om trots op te zijn…”.

Ik zag hem staan, enkele jaren geleden, in de shop bij de benzinepomp, vlak voor vaderdag. Een grote blauwe mok met sterren. Op de voorkant deze tekst. Aan de binnenkant het volgende:

“Jij bent een doorzetter, die ons altijd het goede voorbeeld geeft.
 Jouw steun en aandacht hebben ons geborgenheid geschonken.
Met raad en daad sta jij nog altijd voor ons klaar.
Veel te weinig heb ik je gezegd hoeveel ik van jou houd”.

Geen moment van twijfel. Gekocht! (Hoewel ik het tutoyeren jammer vond.) Deze was precies voor mijn vader bestemd.

Vaderdag 2020. Nu een dag met gemengde gevoelens, vanwege rouw en gemis. Misschien voor u of jou herkenbaar. Er zijn ook (volwassen) kinderen met ander verdriet. Zij die tekorten, pijn en schade meedragen. Vanwege: dit gemist… Hun vader, misschien kind van de rekening en tegelijkertijd de rekening doorgegeven…  Van harte hoop ik dat zo’n vader verantwoordelijkheid neemt voor dit ‘geleden en veroorzaakt onrecht’ en het mag ombuigen naar ‘recht en vertrouwen’ voor de volgende generatie.

Vaderdag. Vader is (naast moeder) belangrijk, in het leven van de kinderen. Ik hoop dat de vaders die dit lezen het nooit meer zullen vergeten…

Vader is niet te vergelijken met moeder. Vader verdient geen bijzondere plek, maar hij heeft een bijzondere plek gekregen. Naar de scheppingsorde, gaf God aan man en vrouw, vader en moeder, hun onderscheiden taak.

Vader mag vader zijn! Een bijzonder rijke taak om te mogen laten zien wat Vaderlijke goedheid en barmhartigheid inhoudt, tot vorming van het Godsbeeld. Hoe vader met zichzelf omgaat, met moeder en de kinderen, met anderen, hoe vader spreekt over God. Kinderen kijken ernaar, ervaren en voelen het. Het vormt hun beeld van God, van relaties en ook het beeld over zichzelf.

Vader mag goede gaven geven (Lukas 11:13). Zoals liefde, aandacht en zorg. Betrokkenheid, betrouwbaarheid, beschikbaarheid en bescherming. Kinderen hebben vaderlijk gezag nodig, vanuit vaderlijke genegenheid. Vaderlijke troost, wijsheid en leiding.

Vader kan dit ‘geven en investeren’ niet uitbesteden aan moeder. Er is een persoonlijke balans van ‘geven en ontvangen’ met ieder kind. Een unieke relatie tussen vader en kind. Ieder kind houdt persoonlijke herinneringen aan vader en aan moeder. Hoe wil je, hoe zul je als vader herinnerd worden? 

Vader is nodig en heeft ruimte nodig! Vader en moeder mogen elkaar helpen, aanmoedigen en bemoedigen om invulling te geven aan de unieke persoonlijke relatie met ieder kind. Geven zij elkaar daarvoor de ruimte? Of wordt alles al door moeder opgevangen, geregeld en opgelost? Vader vergis je niet… Je hebt een bijzondere plek gekregen, neem die plek maar in. Je bent nodig voor moeder (hoe goed ze het ook doet) en voor kind.

Vader is ook zoon! Geboren in een familiegeschiedenis, met familie-erfgoed. Wat heeft hij (mee)gekregen en gegeven? Is dat gezien, gehoord, erkend? Ervaringen en verwachtingen vanuit vaders kindertijd tot en met het heden, spelen een rol in de invulling van het vaderschap. Wat vader niet heeft geleerd of gekregen, kan hij ook niet geven? Ja toch…geven! Vader heeft de mogelijkheid en verantwoordelijkheid te zorgen voor de volgende generatie.

Vader geeft vaak ook buitenshuis, als kostwinner, aan vrouw en kinderen. Wordt dit geven ook gezien? Soms worden er andere keuzes gemaakt. Meer vaderparticipatie in de opvoeding en meer participatie van moeder in het arbeidsproces buitenshuis. Soms zijn er bijzondere en verdrietige omstandigheden waardoor werken voor vader niet mogelijk is. Gemiddeld genomen brengt moeder meer uren door met de kinderen. Toch is niet de kwantiteit, maar vooral de kwaliteit belangrijk in de aan- en afwezigheid. Vader, wees aanwezig, als je er bent!

Vader zie het! Kinderen geven een heleboel. Het helpen bij een klusje, een vraag die gesteld wordt, iets samen willen doen. Geef daarvoor ook erkenning. Kinderen leren: ik ben van betekenis voor mijn vader. Dat geeft vertrouwen in het aangaan van andere relaties, en ze leren grenzen te stellen en eigen keuzes te maken. Juist vader kan laten zien wat een goede en betrouwbare relatie inhoudt. Vader is belangrijk voor zoon en dochter. Als rolmodel, maar vooral als betrokken opvoeder.

Vader wat wil je je kind leren over …………?
Wat jij nu doet en zegt, heeft een leven lang betekenis!

Ik hoop dat de mokken nog te koop zijn. En dat u / jij op vaderdag zo’n mok ontvangt:

“Mijn vader, een man om trots op te zijn!”

 

 

 

 

Een nieuw normaal of niets normaal?

Rutte wijst ons in zijn toespraak van 7 april erop dat we (nog) niet terug kunnen naar hoe het was. We moeten toe naar het ‘nieuwe normaal’. Deze uitspraak suggereert dat er ook een ‘oud normaal’ was. Een normaal van voorheen. Het suggereert dat ‘normaal’ bestaat.
Is er wel een normaal? Wat is normaal?

Veel mensen vinden allerlei dingen in hun leven normaal. Moeders vinden het normaal als ze hun gezin ‘draaiend’ houden. Verzorging, opvoeding, eten koken, huishouding… “Dat is normaal, dat ik dat doe. Dat wordt van me verwacht.” Ze vinden het normaal om er ook buitenshuis nog van alles bij te doen. “Dat doet iedereen, dat is toch normaal?”

Vaders vinden het normaal om bergen werk te verzetten. Overwerk, presteren, productie, cijfers… “Het is normaal. Dit wordt van me verwacht”. Ze vinden het normaal om ook in de avonduren nog deel te nemen aan allerlei bestuurlijke of vrijwillige activiteiten. “Dat is toch normaal, dat doet iedereen.”

Kinderen vinden het normaal dat hun ouders zorgen. Spelen, naar school gaan, eten… Natuurlijk is dat er. En na schooltijd is er sport, hobby, muziek of club. Dat is toch normaal, dat heeft iedereen.

Veel mensen vinden het normaal om een of meerdere keren op vakantie te gaan. “Dat is toch normaal, dat heb je nodig”.

Mensen van jong tot oud vinden het normaal om naar de kerk te gaan. Natuurlijk is de kerk er, natuurlijk gaan de deuren open. En de dienst verloopt zoals het normaal ook gaat.

Veel mensen vinden het normaal om elkaar te begroeten met een handdruk, een knuffel of een kus. Nabij kunnen zijn, dat is toch normaal? 

Bestaat er wel normaal? Wat gebeurt er in ons leven, als we dingen normaal vinden? Zijn wij dan nog dankbaar en blij met wat wij voor de ander kunnen en mogen betekenen? Zijn wij nog dankbaar en erkennend in wat wij van de ander mogen ontvangen?

Het oude normaal blijkt niet (meer) te bestaan. Het blijkt niet normaal te zijn om alle dag naar ons werk te kunnen. Het blijkt niet normaal te zijn om gezondheid te hebben. Het blijkt niet normaal te zijn om nabijheid te kunnen geven of te ontvangen. Het blijkt niet normaal te zijn om naar familie en vrienden te kunnen of deze te ontvangen.

Het oude normaal bestond niet… Het was niet normaal. Het was een grote rijkdom en zegen om vrij te kunnen geven aan onze naaste en vrij te kunnen ontvangen.

Ik hoop dat het nieuwe normaal niet gaat komen. En al zeker niet dat we er aan gaan wennen.

Laten wij het leven niet opnieuw normaal gaan vinden. Alles wat wij mogen geven aan de ander, alles wat wij mogen ontvangen van de (A)ander. Dat wij het mogen zien, waarderen, erkennen. Wat is het een grote gave om vrij te kunnen en te mogen geven en vrij te mogen ontvangen. Een nieuw normaal, of niets normaal?

Werkelijke (on)zekerheid

December 2019 schreef ik een blog met de titel “Ingrijpende werkelijkheid”. Het ging over de veranderlijkheid. Niets kan hier zijn stand behouden, alles verandert. Wat is dat ontzettend waar (geweest), maar zeker vanaf eind februari in ons land ook zo zichtbaar waar geworden.

In verband met een voor ons oog onzichtbaar virus, dat kan leiden tot een ernstig ziek-zijn, zijn er ingrijpende maatregelen gekomen, die het dagelijks leven drastisch hebben veranderd.

Mensen mogen elkaar niet meer nabij komen. Een afstand van 1,5 meter is geboden. Sociale contacten moeten zoveel mogelijk gemeden worden. Samenkomsten, in allerlei verbanden, zijn niet zondermeer toegestaan.

Wat is dit zichtbaar, merkbaar, voelbaar… Om ons heen, op straat en in huis. Voor de een is alles al meer realistisch, dan voor de ander. De een zit zoveel mogelijk binnen. Buiten schijnt de zon, een stralend blauwe lucht. Maar het is stil… De ander moet of mag nog naar het werk. Er zijn ook mensen die de ingrijpende gevolgen merken juist met betrekking tot of in hun werk. De kinderen ontvangen waar mogelijk thuisonderwijs. Wat komt er veel op ouders, op gezinnen, af. Oudere of meer kwetsbare mensen ontvangen zo min mogelijk bezoek. Soms is bezoek zelfs niet meer toegestaan. Bij de een is het besef van de ernst al meer doorgedrongen, dan bij de ander… De een is al meer geconfronteerd met het ziek-zijn, lijden, zeer droevige omstandigheden of rouw, dan de ander.

Het is merkbaar, buiten ons én binnen in ons. Het raakt ons allemaal. Jong en oud, klein en groot. Levend in een gezin, of alleenstaand. Ieder met zijn eigen gevoelens, gedachten. Angsten en onzekerheden. Vragen en raadsels. Gebeden en smekingen.

We hebben allemaal te maken met grote onzekerheid… We leven allemaal in de werkelijkheid van de grote zekerheid over deze onzekerheid: “wat zal morgen zijn?”. 
Wat is het moeilijk, om te leven met onzekerheid… Wat zijn er veel vragen, waarop wij geen antwoord weten…  Hoelang zal dit duren? Hoe zwaar zal het ons land, onze familie en dierbaren, ons persoonlijk leven treffen? Misschien zijn er zelfs “waarom-vragen”… of misschien mogen wij bezet zijn met de vraag “waartoe”?

Terwijl ik schrijf “het leven is drastisch veranderd”, vraag ik me af: is dat eigenlijk wel zo? Waren er eigenlijk wel zekerheden? Bestonden er wel vanzelfsprekendheden? Ten diepste is er niets veranderd… Ook voor 27 februari 2020 was er geen zekerheid over de vraag “wat zal morgen zijn?”. Ook voor de uitbraak van het Coronavirus was het waar “de dood wenkt ieder uur”. Wat hebben we daar misschien weinig bij stil gestaan… Wat hebben we veel dingen gewoon gevonden, niet gewaardeerd, de rijkdom ervan niet beseft. Eten en drinken. Kleding. Vrijheid. Kerkgang. Werk en school. Familie en contacten. Zorg en verzorging. Nabijheid en aanraking… Wat leek het allemaal vanzelfsprekend. Hoe zijn we, hoe ben ik, daar mee omgegaan?

En nu… alles is veranderd. Alles is onzeker. Niets is vanzelfsprekend. Zekerheid over grote onzekerheid…
Is het eigenlijk wel zo, zoals ik het nu schrijf?  Is alles veranderd? Is er niets zeker? Zijn we werkelijk zeker over de onzekerheid? Is er werkelijk onzekerheid over de Zekerheid? In de blog “Ingrijpende werkelijkheid”, bij de overgang van 2019 naar 2020 mocht ik schrijven: Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en in der eeuwigheid. Hij leeft en is er bij, ook in 2020.

Over het werk dat Hij heeft volbracht en aangebracht, en waarbij we mogen stilstaan met Goede Vrijdag, wordt geschreven in Jesaja 32: 17: “Het werk der gerechtigheid zal vrede zijn; en de werking der gerechtigheid zal zijn gerustheid en zekerheid tot in eeuwigheid.” En die God is een God van volkomen zaligheid; en bij de HEERE, de Heere, zijn uitkomsten tegen de dood (Ps. 68).

Gedicht: Morgen

Morgen, …. is voor ons verborgen.
Morgen, dat weet God alleen.
En geen sterveling, geen één,
kan ook maar een dag of uur,
blikken in Gods raadsbestuur.

Morgen, …. is voor ons verborgen.
Is het vreugd, of ongeval?
Ach, wij weten niet met al,
wat de dag van morgen geven,
of wat hij van ons nemen zal.

Morgen, …. is voor ons verborgen.
Zal ons hart te bloeien staan,
met Gods weldaan overlaan?
Zullen wij over Gods hoogten
of ook door Zijn diepten gaan?

Morgen, …. Is voor ons verborgen.
U en ik, wij weten niet,
wat de dag van morgen biedt.
Maar Hij die ’t heelal omspant,
houdt ook ‘morgen’ in Zijn hand!

Ontmoeten

Soms hoor of zie je dingen niet voor het eerst… Maar valt er opeens weer licht op. Dat gebeurde van de week in een van de gesprekken… Het ging over “ontmoeten”. Ik ging mijmeren over dat woord.

Wat is ontmoeten? Ontmoeten is iemand tegen komen, iemand treffen. Dat kan een onverwachtse ‘toevallige’ ontmoeting zijn, waarbij je iemand tegen het lijf loopt. Of het kan gaan om elkaar zien en samen zijn, bewust en georganiseerd, in een gesprek of samenkomst.  

Ontmoeten gaat over contact. Onverwachts of bewust. De ander leren kennen. In gesprek komen met de ander. Ontmoeten gaat over verbinding. De ander van binnen tegenkomen en werkelijk zien.

Maar wat is er nodig om de ander écht te kunnen ontmoeten? Er viel van de week opnieuw licht op het woordje ‘ontmoeten’. Echt ontmoeten is eigenlijk ont-moeten. Vrij zijn van moeten. In het contact niets moeten, nergens aan hoeven voldoen…

Je echt laten ontmoeten kan alleen als je echt mag zijn. Onvoorwaardelijk. Vrij van eisen of verwachtingen. Echt ontmoeten kan als er geen oordelen zijn, over de ander of over jezelf. Als we onszelf en de ander laten staan…

Wat is het mooi, wat een zegen, om zó mensen te mogen ontmoeten. Iemand tegen komen, treffen. Iemand die laat zien wie hij of zij is. Mogen zien wat de ander bezig houdt, een kijkje nemen in het binnenste. De ander leren kennen in allerlei opzichten.

Buber zegt: “Alle werkelijke leven is ontmoeting.” We kunnen het ook omdraaien: “Alle ontmoeting is werkelijk leven”. Werkelijk zijn. Niets hoeven of moeten zijn, maar er mogen zijn.

Leven heeft te maken met groeien… Bij dat echt ontmoeten van de ander, ondervinden we ook iets in onszelf. Komen we ook onszelf tegen. Leren we ook onszelf beter kennen. Bij dat echt ontmoeten van de ander, ontmoeten we ook onszelf. Bij het echt ontmoeten van de ander, mogen en kunnen we ook innerlijk groeien.

Wat is dat ont-moeten soms moeilijk. In relatie met de ander, zijn we zo geneigd om de ander ‘aan te passen’ aan onze wensen en verwachtingen. Niet de ander zien en laten zijn. Maar de ander te beoordelen, op grond van onze eigen behoeften, normen en waarden. De ander niet werkelijk ont-moeten.

Wat is het soms ook moeilijk om jezelf te ont-moeten. In gedachten zijn we bezig met hoe we zouden willen zijn, of hoe we zouden moeten zijn. In plaats van ont-moeten, moeten we veel van onszelf.
Of we zijn bezig met gedachten over hoe we volgens de ander zouden moeten zijn… We zijn bang voor afwijzing. Het lukt dan niet om jezelf te zijn. Er te mogen zijn. Je werkelijk te laten ontmoeten door de ander.

Bij het overdenken van dit woord ‘ontmoeten’ viel er ook licht op het Woord. Ontmoeten vanuit Christelijk perspectief. Ont-moeten heeft te maken met genade. Uit genade in Christus, voor God niets meer moeten, niets meer hoeven zijn, maar er mogen zijn. En in die ontmoeting te ervaren wie Hij, de gans Andere, is.

Ontmoeten… Het gaat over genade. Het gaat over leven, werkelijk leven. Het gaat over mogen zijn. Er mogen zijn, in relatie met de ander. Het gaat over groeien.

Ik denk er nog een poosje over na…