In de schemering van de herinnering…

“In de schemering van de herinnering zal niets vergeten worden…”

Vanavond, 18.57 uur, ging de zon onder… In gedachten stond ik daar een poosje naar te kijken. Altijd weer vind ik dat adembenemend. Elke keer wordt er iets anders gezien en beleefd. Soms ben ik stil van indrukwekkende luchten. Deze avond werd mijn aandacht getrokken naar de zon zelf. Onafgebroken heb ik er naar gekeken. Helder ‘wit’… echt verblindend.

Langzaam en toch ook snel, kleurde de zon rood. Het beeld werd zacht. De kleur intens. De herinneringen veel. De zon zakte achter de horizon. Als een kaarsje dat uitging…

Ik liep terug in de schemering die gekomen was. Keek nogmaals achterom. Hé, daar was de zon weer, of beter gezegd: nog steeds. Nog net was het bovenste deel zichtbaar. Wonderlijk. Een poosje leek het beeld wel stil te staan. Toen was de zon echt weg.

Opnieuw keerde ik mij naar huis. Nogmaals keek ik achterom, om nóg een laatste blik op te vangen. Maar de zon was nu echt uit beeld. Ik liep in de schemering van de herinnering. En toch… zal niets vergeten worden. Het is onmogelijk om iemand te vergeten, die zoveel gaf om te herinneren.

Ja sterker nog. Ik liep ook in het licht van de verwondering. Van binnen weet ik dat de zon er is. Geen gedoofd kaarsje… maar eeuwig leven.

De onbekende toekomst

31 december 2021, 23.59 uur tot 00.00 uur. Een overgangsminuut… Eén ogenblik maar, waarin we het oude jaar 2021 achter ons laten en een nieuw jaar 2022 mogen ingaan. Een ogenblik om bij stil te staan.

Kijken we achterom, of kijken we vooruit? Of misschien loopt het allemaal wel door elkaar. Wat is er gebeurd… En wat zal er allemaal gaan gebeuren?

Een nieuw jaar beginnen wij altijd in een donkere nacht… Een onbekende weg voor ons. Even zo kan het pad zijn, dat wij achter ons laten. Wel bekend, maar misschien niet altijd begrepen…

Hoe is het jaar 2021 voor ons geweest? Wat heeft het gebracht? Of wat heeft het van ons genomen? Wat dragen we mee, het nieuwe jaar in?

‘God weet het’

Zo luidt de titel van een gedicht, waarvan ik eigenlijk lange tijd alleen maar het eerste couplet kende.

En ik zei tegen de man die bij de poort van het jaar stond:
“Geef me een lamp zodat ik veilig het onbekende kan binnengaan”.
En hij antwoordde:
“Ga in de duisternis en leg uw hand in Gods hand.
Dat is beter voor u dan een lamp en veiliger dan de weg te kennen”.

Een gedicht van de Britse dichter Minnie Louise Haskins (1875-1957). Opgenomen in haar bundel “The Desert”.

31 december 2021, 00.00 uur…

“Zo ging ik heen en vond de hand van God en ging blijmoedig de nacht in. En Hij leidde mij…”

Dat wens ik van harte toe voor het nieuwe jaar 2022. Gods Zegen.

 

And I said to the man who stood at the gate of the year:
“Give me a light that I may tread safely into the unknown”.
And he replied:
“Go out into the darkness and put your hand into the Hand of God.
That shall be to you better than light and safer than a known way”.

So I went forth, and finding the Hand of God, trod gladly into the night.
And He led me towards the hills and the breaking of day in the lone East.

So heart be still:
What need our little life
Our human life to know,
If God hath comprehension?
In all the dizzy strife
Of things both high and low,
God hideth His intention.

God knows. His will
Is best. The stretch of years
Which wind ahead, so dim
To our imperfect vision,
Are clear to God. Our fears
Are premature; In Him,
All time hath full provision.

Then rest: until
God moves to lift the veil
From our impatient eyes,
When, as the sweeter features
Of Life’s stern face we hail,
Fair beyond all surmise
God’s thought around His creatures
Our mind shall fill.

‘Aan’-wezig zijn

Soms kunnen kleine dingen veel doen in het leven. Een blik, een gebaar, een vraag of een reactie. Soms één enkele zin:

“Bedankt dat we vandaag weer in jouw aanwezigheid mochten zijn”

Opmerkelijk om zó aan het einde van het gesprek te worden bedankt. Dat gebeurt me niet elke dag. Het bleef haken en zette me aan het denken.

“Bedankt…” Dat zegt iets over ‘ontvangen’. De ander heeft ontvangen en bedankt daarvoor. Wat fijn dat ik mocht geven! Maar wat is er precies ontvangen en waarvoor werd er vooral bedankt?

“Aanwezigheid…” In mijn gedachten filosofeer ik door. Dat zegt iets over bestaan… Ik ben er… Aanwezig, present. Tegenwoordig, beschikbaar. Er zijn… Dat betekent existentie, leven.  Aanwezig, dat is ‘aan’-wezen. Er zijn, met aandacht, bij de ander… Wat fijn dat ik dat mocht geven! Mijn aanwezigheid, mijn zijn en mijn aandacht, is van betekenis.

“Dat we mochten zijn”. Hoe mooi en rijk is het. Dat mensen er zijn. Leven. Bestaan. Er zijn. Er mogen zijn. Iemand zijn. Zichzelf mogen zijn. Heel persoonlijk en heel uniek.

“In jouw aanwezigheid zijn”. Nog mooier en nog rijker, om er samen te mogen zijn. In aanwezigheid van de ander ‘er zijn’.  Met behulp van de ander, kijkend in de spiegel van de ander, meer ontdekken van dat ‘zijn’. Wat fijn dat ik dat mocht geven!

Bedankt dat ik aanwezig mocht zijn voor jou!

Het gevende kind

13 april 2021, kwart over 4. Enigszins gehaast ga ik nog even tanken. Voor de shop staat een bord: “Zorg voor jezelf, zorg voor elkaar. max. 4 personen”. Ik sla een blik naar binnen: een kassière achter plexiglas. Niet uit angst voor ‘het roven’, maar uit bescherming voor ‘het krijgen’… Zoals dat tegenwoordig ‘normaal’ is.

Ik tel… Eén man aan de balie. Anderhalve meter er achter een moeder met een klein mannetje. Maar dat kindje telt eigenlijk niet mee… Anderhalve meter daar achter een oudere man. Ja, ik ben nummer vier en mag naar binnen. Ik pak nog wat uit een schap en neem maar even elders in de shop mijn plaats in.

Er komt nog een jonge gast de winkel in. Hij heeft zijn scooter bijgetankt. Ietsje geïrriteerd denk ik: er zijn al vier mensen in de winkel. Hij ziet toch wel dat ik nummer 4 ben..?! Hij kijkt me aan, maar sluit aan in de rij, vóór mij. Ik laat het gebeuren… Hoewel ik haast heb vermaan ik mezelf tot rust. Wat maakt het uit, vijf minuten meer of minder.

Inmiddels is de moeder met het jongetje aan de beurt en ik hoor opeens een lief helder stemmetje zeggen: “Kijk”. Het jongetje strekt zijn armpje omhoog, en laat een geknakt en verwelkt paardenbloemetje zien aan de voor hem onbekende mevrouw. De kassière achter het glas reageert er leuk op: “Wat een mooi bloemetje hè, die moet je wel op water zetten hoor”. Het jongetje antwoordt en zegt: “JIJ mag hem hebben!”. Hij wordt opgetild door zijn moeder en legt het bloemetje in het geldbakje. De kassière trekt het naar zich toe. “Wat lief van jou! Bedankt hoor”.

Oprecht blij zie ik het jongetje naar buiten huppelen. Hij heeft geen mondkapje op en ik zie zijn stralende lach van oor tot oor. Een blijde moeder er achter aan. Ik kijk naar de jongen voor me. Hij straalt ook… Ik voel en zie het, ondanks zijn mondkapje. En ook ik ben warm van binnen en sta te glimmen.

De jongen voor me staat inmiddels bij de kassa en kan zich niet langer inhouden. “Als je dáár nog niet blij van wordt, dan weet ik het ook niet meer”, roept hij uit. Ik beaam het onmiddellijk! De jongste generatie, het kind dat eigenlijk niet mee telt (in de Coronaregels), maakte het verschil! Ja, we kregen een les… Hoe het veel zaliger is om te geven, dan te ontvangen. Te worden als een kind.

Tegelijk was ik ook diep blij, dat het jongetje door zijn moeder zo volwaardig werd opgetild: dat hij mocht geven wat hij kon en wilde geven. En ook dankbaar dat de kassière dit lieve gebaar kon zien, erkennen, ontvangen en waarderen.

Ik voel een sfeer van onderlinge verbondenheid met elkaar, in het genieten van dit gevende kind. We hebben geen haast meer en geen irritatie. We zíen elkaar opeens, met andere ogen… Door het geven van het kind, is er liefde gaan stromen!

Ik loop de shop uit en zie de jonge gast op zijn scooter zitten. We groeten elkaar nog een keer. Zonder het te zeggen, zien we het aan elkaar: “Onze dag kan niet meer stuk”.

Levenswerken

Een tijd geleden bracht ik een bezoekje aan het borduurmuseum “Het losse steekje” in Barneveld. Iets doen, iets verzamelen wat een ander niet doet, was het vertrekpunt van de twee mannelijke oprichters. In hun context werd gedacht “ze hebben een steekje los!”, zo vertelden ze. Wat een oordeel kunnen mensen hebben als we iets gaan doen wat niet zo gebruikelijk is of als we ergens in lijken af te wijken…

Ik vond het bewonderingswaardig. 1.800 borduurwerken tentoongesteld, terwijl ze er eigenlijk 18.000 hebben verzameld. Wat ik vooral leuk vond was dat deze mannen oog lijken te hebben voor het verhaal achter elk ‘kunstwerk’. Ze keken niet zozeer naar mooi of lelijk. In of uit de mode. Of wat dan ook. Maar ze leken te beseffen dat achter ieder borduurwerk een mens heeft gezeten… Een mens met een verhaal. Borduurwerken met een verhaal… Levenswerken.

Ze wisten bij diverse borduurwerken iets te vertellen. Mensen die op doktersadvies gingen borduren, na een hersenbloeding. Bijzonder om te horen dat borduren deze mensen heeft geholpen in hun herstel. Een foulard dat jaren lang bij mensen over de bank heeft gelegen, gemaakt van aan elkaar gestikte borduurwerken. Werken met bijzondere steken. Een portret, levensecht nageborduurd, van een foto van een vader…

Borduren is van origine echt een mannenberoep. In Bijbelse tijden borduurde de priester zijn eigen kleding. Een man die ging borduren om de tijd te doden in een revalidatieproces, zei: “het heeft zelfs ons huwelijk gered”.

Achter elk borduurwerk heeft een mens gezeten… Met vele gedachten en gevoelens. Met een verhaal, een levensgeschiedenis. Schilderen met een draad… Om iets te vieren, om iets of iemand te gedenken. Om tot rust te komen in de gedachten. Om te herstellen van een ziekte. Borduren, om iets te maken voor jezelf. Om iets te geven aan een ander.

De meeste borduurwerken waren ingelijst. Of ze waren ergens in verwerkt. Er waren stoeltjes mee bekleed of kussens van gemaakt. Hoe dan ook, wij zagen in dit museum meestentijds alleen de bovenkanten. In het dagelijks leven is dat eigenlijk precies andersom.

Ik moest denken aan het gedichtje van Corrie ten Boom:

Mijn leven is een weefsel tussen God en mij,
niet ik kies de kleuren, heel doelbewust werkt Hij.
Vaak weeft Hij er verdriet in en ik, door onverstand,
vergeet: Hij ziet de boven – en ik de onderkant.

Als ’t weefgetouw zal rusten en de spoel schiet niet meer om,
zal God het doek ontvouwen en verklaren elk ‘waarom’-
hoe nodig donkere draden zijn in des Wevers hand
naast goud – en zilverdraden: zó komt Zijn plan tot stand.

1.800 borduurwerken tentoongesteld. Soms heel mooi. Heel bijzonder fijntjes. Mooie kleuren, een mooi ontwerp. Soms grof gestikt, met een dikke draad. Sombere kleuren, herfstachtige kleuren.

Sommige borduurwerken zijn geborduurd met een enkele kleur. Andere werken hebben een diversiteit aan kleuren. Van sommige kleuren soms maar een enkel steekje. Wat kan het leven onmogelijk voelen als draden kriskras door elkaar lopen. Als er maar enkele steekjes met een bepaalde kleur geborduurd worden. En toch het kan zo nodig zijn, het kan er aan de bovenkant precies toe doen… Zoals de meeldraden van een prachtige bloem.

Mijn vader, een man om trots op te zijn…

“Mijn vader, een man om trots op te zijn…”.

Ik zag hem staan, enkele jaren geleden, in de shop bij de benzinepomp, vlak voor vaderdag. Een grote blauwe mok met sterren. Op de voorkant deze tekst. Aan de binnenkant het volgende:

“Jij bent een doorzetter, die ons altijd het goede voorbeeld geeft.
 Jouw steun en aandacht hebben ons geborgenheid geschonken.
Met raad en daad sta jij nog altijd voor ons klaar.
Veel te weinig heb ik je gezegd hoeveel ik van jou houd”.

Geen moment van twijfel. Gekocht! (Hoewel ik het tutoyeren jammer vond.) Deze was precies voor mijn vader bestemd.

Vaderdag 2020. Nu een dag met gemengde gevoelens, vanwege rouw en gemis. Misschien voor u of jou herkenbaar. Er zijn ook (volwassen) kinderen met ander verdriet. Zij die tekorten, pijn en schade meedragen. Vanwege: dit gemist… Hun vader, misschien kind van de rekening en tegelijkertijd de rekening doorgegeven…  Van harte hoop ik dat zo’n vader verantwoordelijkheid neemt voor dit ‘geleden en veroorzaakt onrecht’ en het mag ombuigen naar ‘recht en vertrouwen’ voor de volgende generatie.

Vaderdag. Vader is (naast moeder) belangrijk, in het leven van de kinderen. Ik hoop dat de vaders die dit lezen het nooit meer zullen vergeten…

Vader is niet te vergelijken met moeder. Vader verdient geen bijzondere plek, maar hij heeft een bijzondere plek gekregen. Naar de scheppingsorde, gaf God aan man en vrouw, vader en moeder, hun onderscheiden taak.

Vader mag vader zijn! Een bijzonder rijke taak om te mogen laten zien wat Vaderlijke goedheid en barmhartigheid inhoudt, tot vorming van het Godsbeeld. Hoe vader met zichzelf omgaat, met moeder en de kinderen, met anderen, hoe vader spreekt over God. Kinderen kijken ernaar, ervaren en voelen het. Het vormt hun beeld van God, van relaties en ook het beeld over zichzelf.

Vader mag goede gaven geven (Lukas 11:13). Zoals liefde, aandacht en zorg. Betrokkenheid, betrouwbaarheid, beschikbaarheid en bescherming. Kinderen hebben vaderlijk gezag nodig, vanuit vaderlijke genegenheid. Vaderlijke troost, wijsheid en leiding.

Vader kan dit ‘geven en investeren’ niet uitbesteden aan moeder. Er is een persoonlijke balans van ‘geven en ontvangen’ met ieder kind. Een unieke relatie tussen vader en kind. Ieder kind houdt persoonlijke herinneringen aan vader en aan moeder. Hoe wil je, hoe zul je als vader herinnerd worden? 

Vader is nodig en heeft ruimte nodig! Vader en moeder mogen elkaar helpen, aanmoedigen en bemoedigen om invulling te geven aan de unieke persoonlijke relatie met ieder kind. Geven zij elkaar daarvoor de ruimte? Of wordt alles al door moeder opgevangen, geregeld en opgelost? Vader vergis je niet… Je hebt een bijzondere plek gekregen, neem die plek maar in. Je bent nodig voor moeder (hoe goed ze het ook doet) en voor kind.

Vader is ook zoon! Geboren in een familiegeschiedenis, met familie-erfgoed. Wat heeft hij (mee)gekregen en gegeven? Is dat gezien, gehoord, erkend? Ervaringen en verwachtingen vanuit vaders kindertijd tot en met het heden, spelen een rol in de invulling van het vaderschap. Wat vader niet heeft geleerd of gekregen, kan hij ook niet geven? Ja toch…geven! Vader heeft de mogelijkheid en verantwoordelijkheid te zorgen voor de volgende generatie.

Vader geeft vaak ook buitenshuis, als kostwinner, aan vrouw en kinderen. Wordt dit geven ook gezien? Soms worden er andere keuzes gemaakt. Meer vaderparticipatie in de opvoeding en meer participatie van moeder in het arbeidsproces buitenshuis. Soms zijn er bijzondere en verdrietige omstandigheden waardoor werken voor vader niet mogelijk is. Gemiddeld genomen brengt moeder meer uren door met de kinderen. Toch is niet de kwantiteit, maar vooral de kwaliteit belangrijk in de aan- en afwezigheid. Vader, wees aanwezig, als je er bent!

Vader zie het! Kinderen geven een heleboel. Het helpen bij een klusje, een vraag die gesteld wordt, iets samen willen doen. Geef daarvoor ook erkenning. Kinderen leren: ik ben van betekenis voor mijn vader. Dat geeft vertrouwen in het aangaan van andere relaties, en ze leren grenzen te stellen en eigen keuzes te maken. Juist vader kan laten zien wat een goede en betrouwbare relatie inhoudt. Vader is belangrijk voor zoon en dochter. Als rolmodel, maar vooral als betrokken opvoeder.

Vader wat wil je je kind leren over …………?
Wat jij nu doet en zegt, heeft een leven lang betekenis!

Ik hoop dat de mokken nog te koop zijn. En dat u / jij op vaderdag zo’n mok ontvangt:

“Mijn vader, een man om trots op te zijn!”