Ik ga op reis en ik neem mee…

De vakantieperiode is aangebroken. Zomervakantie. Iedereen heeft zo z’n eigen gedachten en ideeën bij ‘vakantie’. Sterker dan andere jaren, ben ik me bewust van de verschillende belevingen ten aanzien van ‘vakantie’. In de gesprekken werd ik met deze verschillende gevoelens geconfronteerd.

Vakantie, een periode van uitzien… naar rust. Vrij van werk, vrij van school. Een periode van tijd voor jezelf, tijd voor elkaar. Een periode van leuke dingen doen, genieten. Vakantie wordt door de meeste mensen geassocieerd met ontspanning en plezier. Een periode waarin van je verwacht wordt dat je ‘geniet, ontspant en uitgerust en opgeladen qua energie terugkomt’.

Meestal voorafgaand levert het de nodige vakantiestress op. Voorbereidingen. Waar gaan we naar toe, wat gaan we doen. Ik ga op reis, en ik neem mee… Ja, wat nemen we mee op onze vakantie?? Of anders gezegd, wat laten we thuis?

Het is nog niet zo eenvoudig om die keuzes te maken. Ga je vliegen dan mag je koffer zo’n 20 kg wegen. Voor kamperen wens je alles in klein formaat en lichtgewicht. En een bagpacker moet nog meer thuislaten… 

Maar… hoeveel kg wegen m’n zorgen en verdriet? Is het om te ruilen in klein formaat en lichtgewicht? Hoe laat je ’t achter?

Niet voor iedereen is vakantie een periode van uitzien. Niet vanzelfsprekend is de vakantietijd een periode van rust en ontspanning. Soms is het een tijd van zorg… Hoe vergaat het onze kinderen? Hoe gedragen ze zich zonder onze structuur en leiding? Gaat het goed met m’n vader of moeder, als we ver weg zitten? Wat gebeurt er als ik thuis kom met m’n werk? Soms zelfs is het een tijd van groot opzien.  Een tijd waarin pijn en wonden extra lijken te schrijnen. Een periode waarin de zon schijnt en het toch regent… Een periode van confrontatie met je omstandigheden en met jezelf.  Ik ga op reis en ik neem mee…  Mezelf! M’n leven, m’n omstandigheden…

Vakantie…  Soms ook een tijd van bezinning. Waar sta ik in mijn leven? Hoe gaat het met me? Welke kant wil ik op? Welke keuzes moet ik maken? Hoe kan ik beter gaan zorgen voor mezelf en anderen? Hoe zou ik kunnen werken aan een verlichting van mijn ‘rugzak’? Hoe kan ik mijn ‘koffer’ anders inpakken? Werken aan verandering, verbetering of acceptatie van persoonlijke problemen, relatie- of gezinsproblemen? Misschien neemt u deze gedachte wel mee in uw vakantieperiode…  

Moeten!

“Ik moet altijd zoveel… Mijn kinderen, mijn man, mijn (schoon)familie, mijn huis… Ik moet mijn verplichtingen nakomen. Ik moet mijn werk goed doen. Ik moet zorgen dat anderen tevreden over me zijn. Ik moet het voor iedereen altijd goed doen!”

‘Moeten!’  zal vast en zeker in de top 10 staan van ‘Nederlands meest gebruikte woorden’! Terugziend op vele gesprekken in de loop van de jaren, verbaas ik me in toenemende mate over de invloed en macht van dit woord! Het suggereert dat er geen ‘keuze’ en geen ‘vrijheid’ is. Moeten drukt plicht en dwang uit. En we geloven er stellig in! 

We verbloemen de macht van het ‘moeten’ met het woordje  ‘even’. Het ‘moeten’ duurt dan minder lang… maar wordt tegelijkertijd steeds sneller opgevolgd door een nieuwe ‘plicht en dwang’. Wat een psychologische druk oefenen we uit op onszelf! 

“Ik moet nodig even op ziekenbezoek. Ik moet ook nog even langs m’n ouders. Daarna moet ik nog  even mijn werk voorbereiden. Ik moet nog even een boodschap doen. Enz enz.” 

Wat zou er gebeuren als we het woordje ‘moeten’ schrappen van de top 10? Gaat er dan echt zoveel mis als we denken? 

“Ja maar, er zijn toch ook gewoon dingen die echt moeten?!”  Zeker mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel raken snel gevangen in de macht van dit woord. Ze voelen zich verantwoordelijk voor de zorg voor de ander. Ze willen graag niemand teleurstellen en iedereen recht doen. Willen graag voldoen aan de verwachtingen en wensen van de ander.

Van wie moeten we altijd zoveel? Vraagt de ander het van ons? Of leggen we het onszelf misschien op? En doe je de ander er écht recht mee, om op deze manier te ‘geven’? Geven vanuit het gevoel van plicht en dwang. Geven ten koste van jezelf. Geven vanuit schaamte- of schuldgevoel… “Ik moest nodig even”… 

Moeten vangt ons in ‘absolutisme’. Het dwingt ons in een modus van ‘overleven’. Wat moet écht? In veel gevallen kan het woord ‘moeten’ uit onze zinsopbouw verdwijnen. Er zijn vervangende woorden, die ruimte en lucht geven… Zowel aan onszelf als aan anderen om ons heen. “Ik mag, ik wil, ik kies er voor om…”.

Wat moet écht in uw leven? U ervaart geen keuze en geen vrijheid in de invulling van uw leven? In negen van de tien gevallen gaat het om: “Ik moet echt overleven”. Blijft er eigenlijk nog een gegeven over: 
”Ik moet écht éven leven…”.

Lijden

Over een aantal weken is het Pasen: 20 en 21 april. In de winkels verschijnen de lentekuikentjes en paaseieren. Overal zie je het fris geel weer opduiken. Pasen is een lentefeest. De natuur gaat opnieuw beginnen: bomen en planten gaan bloeien, dieren krijgen jongen… Pasen is een feest van nieuw leven. 

In de weken voorafgaand aan Pasen wordt in de Christelijke gemeenten het lijden en sterven van de Heere Jezus Christus overdacht. Lijden… Wat is er veel lijden in de wereld om ons heen. Wat kan er veel lijden zijn in ons eigen leven. Het leven van de Heere Jezus was van begin tot eind één vernedering en lijden. 

Hij kent en weet precies wat mensen meemaken. Hij kan met al deze zwakheden meevoelen. Want Hij is in al deze dingen, zoals wij, verzocht geweest. Maar Hij zonder zonde. (Hebreeën 4:15) Hij weet wat zwakheid en sterkte is. Hij kent vermoeidheid, honger en dorst. Hij weet wat kwetsbaarheid is. Hij weet wat angst en verdriet is. Hij heeft gehuild en gerouwd om het verlies van dierbaren. Hij kent verlatenheid. Van vrienden verlaten te worden. Hij weet wat eenzaamheid is. Hij weet wat het is verbaasd te zijn. Niet door ouders begrepen te worden. Hij weet wat het is bedrogen te worden. Zelfs door iemand die dichtbij hem stond. Hij weet wat het is om niet gehoord, niet gezien en niet erkend te worden. Hij weet wat het is vernederd, bespot en vertrapt te worden. Hij kende ook lichamelijke pijn. En het ergste wat Hij kende was van God verlaten te worden. 

Hoewel het in de lijdenstijd en bij Pasen om veel diepere dingen gaat, om de oorzaak van al dit lijden weg te nemen en nieuw leven aan te brengen, vind ik het toch mooi om ook hier bij stil te staan. Ook in al dit menselijke lijden kan Hij, omdat Hij hierin zelf verzocht is geweest en op het diepst heeft geleden, degenen die verzocht worden te hulp komen. 

Gevoelens mogen er dus zijn. Ze hoeven niet verdrongen of weggestopt te worden. Ze mogen ook bekend gemaakt worden bij Hem. “Hoor, HEERE! en wees mij genadig; HEERE! wees mij een Helper.” (Psalm 30:11) Bij Hem is hulp en raad.
Ik hoop dat u daar in deze lijdenstijd ook troost mag vinden. Hij ziet alle moeite en verdriet, opdat wij het in Zijn hand geven. En Hij kan met deze verzoekingen ook de uitkomst geven, opdat wij ze kunnen verdragen en doorstaan (1 Korinthe 10:13). In alles waarin Hij zelf verzocht is geweest, en geleden heeft, kan Hij degenen die verzocht worden en lijden, te hulp komen! (Hebreeën 2:18)

Doe maar gewoon…

Houd je rustig, val niet op! Zorg dat je niet teveel boven het maaiveld uitkomt… Doe zoals de massa doet… Verbeeld je niks!

“Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg”. Een gevleugelde uitspraak in veel gezinnen en families. Eigenlijk een heel normatieve opvatting die – bewust of onbewust – als grondhouding wordt aangehouden. Vaak zie je dat dit van generatie op generatie wordt meegegeven.

Wat is ‘gewoon’? Wie bepaalt de norm voor ‘normaal’? Is dat wat de massa doet daadwerkelijk ‘gewoon en normaal’?

“Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.” Een uitdrukking die ons nogal voedt met schaamte. Gek doen hoort niet! En zelfs gewoon is al gek genoeg… Wat een negatieve invloed op ons zelfbeeld. Moeten voldoen aan het ideaalbeeld dat we hebben van onszelf of waaraan we gewoon moeten (vol)doen voor anderen…

Is het nu niet (gek) genoeg dat we allemaal gewoon moeten doen? Dat iedereen hetzelfde moet zijn en doen… Niet opvallen, niet teveel gezien worden. Terwijl ieder mens uniek is en verlangt naar ‘er mogen zijn, speciaal zijn, gehoord en gezien worden’! Is het niet gek genoeg, dat we onszelf daarin beknotten… en dat heel gewoon vinden?

Weet u wat me nog meer bezig houdt? Is deze maatgevende opvatting eigenlijk wel volgens de norm van de Bijbel? We zijn uniek geschapen, ieder met eigen gaven. Zou het Gods bedoeling zijn om verschillen zoveel mogelijk te moeten wegmoffelen? Zou het Gods oogmerk zijn dat we allemaal zoveel mogelijk aan de maat van elkaar, de massa, moeten voldoen? Niet boven het maaiveld uitkomen…. Zouden we niet gezien mogen worden in onze eigen unieke gaven? Deze mogen besteden tot eer van God en tot welzijn en nut van jezelf en de naaste?

Het wordt tijd om iets anders door te geven: Doe maar gewoon, dan ben je al goed genoeg! Ja gewoon: doen! Doen wat bij je past. Doen wat jezelf en anderen gelukkig maakt.

Doen is niet ‘gewoon’. Deze opvatting kom ik nogal eens tegen in mijn gesprekken met mensen: “Ja maar…, het is toch gewoon normaal dat ik mijn huishouden doe? Het is toch gewoon normaal dat ik goed werk aflever voor de baas? Het is toch gewoon normaal dat ik er voor mijn kinderen ben? Het is toch gewoon normaal dat ik voor mijn naaste klaar sta?”

Is het ‘gewoon normaal’? Mag ons geven, mogen onze eigen gaven, ook gezien worden door onszelf en anderen?! Doe maar gewoon: laat jezelf maar zien! Dan ben je al goed genoeg…

Wat is goed genoeg? Doen, met fouten en gebreken. Doen, in sterkte en kwetsbaarheid. Doen, voor jezelf en de ander. Doen, met mogelijkheden en grenzen. Doen zoals je bent!

Doe maar gewoon, dan ben je al goed genoeg! 

Verbinding in overeenkomst of in verschil?

U, jij en ik staan in verbinding met onze context, met belangrijke anderen om ons heen. Mensen zoeken verbinding… Zoekt u verbinding op basis van overeenkomsten óf op basis van verschillen?

Een enkele week geleden volgde ik een workshop op de fotovakschool. Er waren 25 mensen die allemaal onbekend waren voor elkaar. Verbazingwekkend om te zien hoe in korte tijd toch verbindingen ontstonden in de groep.

Iedereen kwam natuurlijk voor fotografie. Dat was de overeenkomst!
Er waren aanstaande moeders, die toenadering zochten bij elkaar. Mannen die nog analoog hadden gefotografeerd, zochten verbinding in de nostalgie. Er waren ‘echte kenners’, die ervaring uitwisselden. Er waren ‘starters’, die elkaar ook opzochten. Ze steunden elkaar in het ‘eigen maken’ van wat er in de workshop werd aangereikt. Mensen lijken vooral verbinding te zoeken in hun overeenkomsten…

Zo gaat het ook vaak in ons eigen sociale netwerk, gezin of familie. We zoeken die mensen op, waarbij we herkenning vinden…

Als ik navraag doe naar de onderlinge contacten in familieverbanden, valt het me op dat ‘geen of weinig contact’ vaak wordt gemotiveerd met opmerkingen die wijzen op ‘de verschillen’.
Nee, want hij is zo anders dan ik… Hij is veel zakelijker.
Nee, want zij kan veel beter voor zichzelf opkomen. Ze is minder gevoelig dan ik.
Nee, want zij zit nog in een heel andere levensfase.
Nee, want hij denkt zo goed over zichzelf. Is altijd aanwezig, praat altijd over zichzelf.
Nee, want hij gelooft op een heel andere manier dan ik.
Nee, wij zijn totaal verschillend…!

Uit bovenstaande blijkt onze hardnekkige neiging om onszelf te vergelijken met anderen. En juist wanneer die vergelijking heel verschillend uitvalt, lijkt er onveiligheid te ontstaan… Wie is meer of minder? Wie is goed of fout? Wie is beter of slechter?

Toch is het ook mogelijk om verbinding te zoeken in verschil. Juist het verschil, kan ons brengen tot nieuwe inzichten. Juist verschillen kunnen verrijkend zijn. Juist het ‘anders-zijn’ kan aanvullend zijn.

Verbinding zoeken in verschil, kan ook veiligheid (gaan) opleveren. Dat kan vooral als jij jezelf mag zijn én de ander ook. ‘Ik ben ik’ en ‘jij bent jij’. Maar wie ben jij eigenlijk werkelijk? (Los van het eenzijdige beeld dat ik van jou heb gemaakt?) En wie ben ik? (Los van het eenzijdige beeld dat ik je meestal laat zien?)

Ga je de uitdaging aan? Verbinding zoeken is verrijkend, op basis van overeenkomsten én in verschillen…

Van het concert des levens

Adembenemend…prachtig! Het samenspel, de verschillende muziekinstrumenten, de woorden en stemmen, de verschillende tonen… Verrassende zuivere noten. En soms de sombere zware tonen… Ieder heeft z’n eigen rol en voegt z’n eigen klanken toe. Tezamen is het een concert… Vooraf krijg je een programma. De tekst is uitgeschreven. Je weet wat er komen gaat. 

In mijn gedachten komt een vierkant tegeltje. De randen zijn beschilderd met slingertjes en bloemetjes. In het midden staat een spreuk: “Van het concert des levens krijgt niemand een program”… 

Over wandtegeltjes gesproken. Er kunnen in het leven -letterlijk of figuurlijk- ‘spreuken’ zijn opgehangen. Uitgeschreven of uitgesproken teksten, die het concert van het leven lijken te bepalen… Ik hoor ze met enige regelmaat langskomen in de gesprekken:

“Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg”,
“Als je voor een dubbeltje geboren bent, dan word je nooit een kwartje”
“Wat moeten de buren wel denken…”
“Geen mens is te vertrouwen”
“Niet zeuren, maar doorgaan”
“Gevoelens…, daar koop je niks voor”
“Het hoort gewoon zo…!”
“Wees jij nou maar de minste”

Het zijn soms de spreukentegeltjes die van generatie op generatie worden meegegeven en doorgeven… Soms belemmerende teksten, soms ook helpende teksten:

“Wie niet in staat is om een fout te maken, is tot niets in staat”
“Wie niet waagt, wie niet wint”
“Een mens lijdt dikwijls ’t meest, door ’t lijden dat hij vreest, doch dat nooit op komt dagen. Zo heeft hij meer te dragen, dan God te dragen geeft”
“Je mag zijn zoals je bent!”

Welk tegeltje hangt bij u of jou aan de muur? Welk tegeltje hing er bij je ouders en/of grootouders? En welke lijfspreuk wil je eigenlijk meegeven, aan jezelf en anderen, richting de toekomst?

Het jaar 2013 is bijna ten einde. Welke klanken hebben er geklonken in het concert van het leven? Stel dat je voor 2014 een wandtegeltje zou maken, wat zou u of jij er dan op willen zetten?

“Van het concert des levens krijgt niemand een program”. Welke noten, welke tonen, welke klanken er zullen klinken, dat is nog onbekend. Toch, ieder heeft zijn eigen rol en voegt zijn eigen klanken toe. Ook met de wandtegeltjes voor de toekomst…

Een gezegend 2014 toegewenst!