“Ik moet altijd zoveel… Mijn kinderen, mijn man, mijn (schoon)familie, mijn huis… Ik moet mijn verplichtingen nakomen. Ik moet mijn werk goed doen. Ik moet zorgen dat anderen tevreden over me zijn. Ik moet het voor iedereen altijd goed doen!”

‘Moeten!’  zal vast en zeker in de top 10 staan van ‘Nederlands meest gebruikte woorden’! Terugziend op vele gesprekken in de loop van de jaren, verbaas ik me in toenemende mate over de invloed en macht van dit woord! Het suggereert dat er geen ‘keuze’ en geen ‘vrijheid’ is. Moeten drukt plicht en dwang uit. En we geloven er stellig in! 

We verbloemen de macht van het ‘moeten’ met het woordje  ‘even’. Het ‘moeten’ duurt dan minder lang… maar wordt tegelijkertijd steeds sneller opgevolgd door een nieuwe ‘plicht en dwang’. Wat een psychologische druk oefenen we uit op onszelf! 

“Ik moet nodig even op ziekenbezoek. Ik moet ook nog even langs m’n ouders. Daarna moet ik nog  even mijn werk voorbereiden. Ik moet nog even een boodschap doen. Enz enz.” 

Wat zou er gebeuren als we het woordje ‘moeten’ schrappen van de top 10? Gaat er dan echt zoveel mis als we denken? 

“Ja maar, er zijn toch ook gewoon dingen die echt moeten?!”  Zeker mensen met een groot verantwoordelijkheidsgevoel raken snel gevangen in de macht van dit woord. Ze voelen zich verantwoordelijk voor de zorg voor de ander. Ze willen graag niemand teleurstellen en iedereen recht doen. Willen graag voldoen aan de verwachtingen en wensen van de ander.

Van wie moeten we altijd zoveel? Vraagt de ander het van ons? Of leggen we het onszelf misschien op? En doe je de ander er écht recht mee, om op deze manier te ‘geven’? Geven vanuit het gevoel van plicht en dwang. Geven ten koste van jezelf. Geven vanuit schaamte- of schuldgevoel… “Ik moest nodig even”… 

Moeten vangt ons in ‘absolutisme’. Het dwingt ons in een modus van ‘overleven’. Wat moet écht? In veel gevallen kan het woord ‘moeten’ uit onze zinsopbouw verdwijnen. Er zijn vervangende woorden, die ruimte en lucht geven… Zowel aan onszelf als aan anderen om ons heen. “Ik mag, ik wil, ik kies er voor om…”.

Wat moet écht in uw leven? U ervaart geen keuze en geen vrijheid in de invulling van uw leven? In negen van de tien gevallen gaat het om: “Ik moet echt overleven”. Blijft er eigenlijk nog een gegeven over: 
”Ik moet écht éven leven…”.