door Praktijk Fiducia | 4 mrt, 2016 | Blog
Ik weet niet of u dat ook wel eens hebt, maar het overkomt mij nog wel eens dat ik ‘eigen woorden’ maak. Een woord dat niet echt standaard in het Nederlands voorkomt.
Ik had dit al als kind en soms doe ik het nog. Meestal word ik wel begrepen, een enkele keer wordt er om gelachen. Ach, ik heb er eigenlijk weinig last van.
Van de week gebeurde dat weer eens in een gesprek. Ik hoorde het mezelf zeggen… Het gesprek ging over ‘op je tenen lopen en de ander niet willen teleurstellen’. Eigenlijk overmatig zorgen voor anderen. Ik wilde de spiegel voorhouden en zei: “Dan ben je je dus aan het OP-geven”. Het klonk in mijn oren een beetje vreemd. Niet echt een Standaardnederlands woord. Maar goed, er werd geknikt en het werd begrepen. Het gesprek ging verder…
Nadien stond ik er zelf even bij stil: “Opgeven”. Wat een raar woord eigenlijk…! Ik realiseerde mezelf dat het woord bij mijzelf, en bij veel mensen allicht, niet zo’n positieve connotatie heeft. Velen zijn toch wel opgegroeid met: “Geef nooit op!”. Opgeven? Ik moet dit toch kunnen, ik moet dit toch ook aankunnen, dit is toch mijn plicht als vrouw/ man, dit wordt toch van me verwacht als werknemer of als christen. Als je opgeeft heb je geen doorzettingsvermogen… Opgeven is zwak.
Ik had het woordje ‘OP-geven’ gebruikt, eigenlijk in de betekenis van “leeg geven”. Dat was misschien het passende woord geweest. Al mijmerend kwam ik er achter dat het nog niet zo slecht is om te leren opgeven. Wat nou als we niet opgeven om over matig te zorgen voor de ander? Als we niet opgeven om onze lat zo hoog te houden? Als we niet opgeven dat we niet zwak en kwetsbaar mogen zijn? Als we niet opgeven om al die dingen die op onze weg komen op te pakken? Als we niet opgeven om op onze tenen te lopen? Als we niet opgeven te strijden? Als we niet opgeven om geen hulp te durven vragen?
Oei… Opgeven heeft voor mij een negatieve gevoelswaarde. Maar wat is het nodig om in het leven te leren ‘opgeven’! Dit woord, en de inhoud ervan, meer te leren waarderen.
Als we in ons leven niet leren opgeven, dan zijn we onszelf aan het OP-geven…OP-geven wat ik nodig heb, OP-geven wat bij me past, OP-geven van m’n gaven. OP-geven van mijn grenzen. OP-geven wie ik ben.
Ik heb al weer een ongebruikelijk woord bedacht…. StOP-geven. Opgeven is de kunst van het leren “stOP-geven”! Zeg je nooit stop, dan geef je TEVEEL op!
door Praktijk Fiducia | 31 dec, 2015 | Blog
Het is vandaag 31 december 2015… Nog een aantal uren ligt voor ons. En dan ligt er weer een heel jaar achter ons. 365 dagen zijn gepasseerd. 525.600 minuten zijn voorbijgevlogen….
Wat is er gebeurd in 2015? Een grote aardbeving in Nepal, moord op oud-minister Borst, schietpartijen, terreuraanslagen ver weg en dichterbij en ook de vluchtelingencrisis. Een greep uit de hoogtepunten, of beter gezegd dieptepunten, van het nieuws in 2015.
Op Nu.nl wordt over 2015 gezegd: “Jaar met grote aanslagen, te midden van enorme vluchtelingencrisis”. Ook wordt geschreven: “Het jaar waarin iedereen uit elkaar gaat”.
Waar kijken wij op terug? Wat is er voor u of jou gebeurd in dit jaar? Wat zou voor jou het hoofdthema, de rode draad zijn van je levensgeschiedenis in 2015?
Misschien mag je terugkijken op hoogtepunten in 2015. Blijde gebeurtenissen, vooruitgang, groei, winst, verdieping, verrassingen. Ik hoop dat ook therapie daaraan heeft bijgedragen. Dingen om dankbaar voor te zijn!
Met welke aanslagen heb je in je leven te maken gekregen? Waar ben je voor op de vlucht geslagen? Is het een jaar geweest van scheiden, van loslaten, van dierbaren verliezen? Wat kan een jaar, wat kan een maand, een dag, ja…. een paar minuten ons leven dan veranderen.
Waarom is er ook in 2015 weer zoveel gebeurd? Ik wens je toe om bij de jaarwisseling Romeinen 8 nog eens te lezen. “En wij weten, dat degenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede….” (vs.28). Gelukkig staat er niet: “En wij begrijpen…, en wij voelen….”.
Mijn leven is een weefsel tussen God en mij,
Niet ik kies uit de kleuren – heel doelbewust werkt Hij.
Vaak weeft Hij er verdriet in en ik, door onverstand,
Vergeet: Hij ziet de boven – en ik de onderkant.
Als ’t weefgetouw zal rusten en de spoel schiet niet meer om,
Zal God het doek ontvouwen en verklaren elk ‘waarom’-
Hoe nodig donk’re draden zijn in des Wevers hand
Naast goud en zilverdraden: zo komt Zijn plan tot stand
(Corrie ten Boom)
Als vanzelf gaan onze gedachten ook naar het toekomende…het jaar 2016. 366 dagen, 527.040 minuten? Dat weten we niet… Wat zullen de toekomende uren, dagen, maanden ons brengen? Hoogten of diepten? Welke verwachting hebben we voor 2016? Wat zien we gebeuren, of wat hopen we?
Ik hoop dat bij alles wat gebeuren zal in 2016 mag gelden: “Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, noch hoogten, noch diepten, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, welke is in Christus Jezus, onze Heere”
door Praktijk Fiducia | 14 nov, 2015 | Blog
Als je ’s avonds een blokje om gaat, is het zo leuk om bij iedereen even naar binnen te gluren… Hoe ziet het er van binnen uit? Wat gebeurt er binnen? Een oma past op haar kleinkind. Een man zit achter de krant. Er wordt net een glaasje wijn ingeschonken. Ga zo maar door…
De een heeft de gordijnen helemaal open. Er brandt volop licht… Iedereen mag naar binnen kijken. De andere woning is donker. Bij de volgende woning valt er precies licht naar buiten door een spleet in de gordijnen. Een kleine inblik wordt vergund. We zien de huizen aan de buitenkant. En gluren stiekem ook naar de binnenkant.
Soms komt de binnenkant overeen met de buitenkant. Soms staan we opeens voor een verrassing… De stijl van binnen is totaal anders dan de stijl van buiten.
Alles wat we tegen komen is uniek. Geen een huis is hetzelfde… Soms is de vorm of indeling hetzelfde. Maar alles heeft een eigen persoonlijke kleur gekregen. Van binnen is er nóg meer variëteit dan aan de buitenkant.
De wereld om ons heen, met buitenkanten en binnenkanten… Het kan soms best verwarrend zijn. Ook in deze tijd van het jaar is dat weer het geval… Overal branden de lampjes en kaarsjes. Het ziet er gezellig uit… Zou het binnen ook echt gezellig zijn?
Eigenlijk bestaat het hele leven uit binnenkanten en buitenkanten. Zijn we ons ook bewust van onze éigen buiten- en binnenkant? Aan wie vergunnen we een blik in de binnenkant? Wie kent onze binnenkant?
Soms misleiden we de ander met onze buitenkant. Bewust of onbewust. Een zekere uitstraling, maar van binnen onzeker. Een stekelachtige buitenkant, we houden de ander op afstand, maar van binnen verlangen naar nabijheid. Veel vrienden op facebook, maar van binnen eigenlijk eenzaam. Altijd in voor een grapje, maar ten diepste somber aan de binnenkant. Aan de buitenkant “ik red me wel”, maar van binnen “eigenlijk hulp nodig”.
Elke keer weer is het zo mooi om mensen te ontmoeten. Mensen leren kennen… Van naam, van gezicht, van de buitenkant. Maar vooral: leren kijken en leren luisteren naar iemands binnenkant. Dat is voorbij gaan aan de buitenkant. Even naar binnen gluren… Wat wil iemand werkelijk zeggen. Wat is de intentie of bedoeling van iemands gedrag? Hoe is die buitenkant eigenlijk gevormd? Wat schemert er door van de binnenkant?
Soms kan dit ook voor jezelf een raadsel zijn. “Wat wil ik eigenlijk, wat vind ik eigenlijk, wat voel ik eigenlijk?”. Er is zo weinig gelegenheid geweest om naar binnen te kijken.
Bij de een staan de gordijnen volledig open. Het is niet moeilijk om naar binnen te kijken. De ander vergunt een kleine inblik. Bij de een komen buitenkant en binnenkant overeen. Bij de ander is het van binnen zo verrassend anders… Ja, het is boeiend om even een blokje om te gaan. Bij jezelf en bij de ander even naar binnen te (mogen) gluren. Overal is het anders, iedereen is uniek!
En toch? Meestal tref ik ook opvallende overeenkomsten. Al heeft iedereen een andere kast, bank of eethoek. Ik kom toch overal meubilair tegen… Zo is het ook in de ontmoeting van mensen. Steeds weer kom ik hetzelfde tegen aan de binnenkant: verlangen naar verbinding, veiligheid, vertrouwen, geborgenheid, steun. Gezien en gekend willen worden. Van buiten kan het staan als een huis. Van binnen zijn we klein en kwetsbaar. Doen we de gordijnen open of dicht?
door Praktijk Fiducia | 24 aug, 2015 | Blog
In de zomer kreeg ik een ‘bevlieging’. Het leek me leuk om een kleine volière te plaatsen in mijn tuin. Ik ben opgegroeid met vogels in de tuin. En miste het zacht koeren van diamantduifjes. Meteen de daad bij het woord voegend, tja, zo werkt dat met een bevlieging ;-), schafte ik een leuke vogelkooi aan. De eerste weken was het genieten. De vogeltjes hadden het naar hun zin. Ze raakten al snel vertrouwd met mij en met elkaar. Ze koerden naar hartenlust.
Toen echter kwamen er bedreigingen. Katten uit de buurt hadden mijn ‘bevlieging’ opgemerkt. Dat was geen pretje…Op een dag kwam ik thuis en was de achterwand van de volière bespat met bloedvlekjes. De vogeltjes zaten in shock op de bovenste stok. De sporen van kattennagels waren te zien op het dak. Dat was zielig! Ik kocht een kattenverschrikker. Het leek even te helpen. Maar nee, het gedoe herhaalde zich. Nog erger dan de eerste keer! Toen heb ik ingegrepen. Ik heb de vogeltjes binnen gezet.
Vol vertrouwen ging ik er vanuit dat het nu over zou zijn…. In mijn huis is het veilig voor ze. Geen last meer van katten. Ze zouden hun rust hervinden en ik zou weer genieten van het zachte koeren. Maar…. er gebeurde iets bijzonders in de kooi. Mijn duifjes waren ontzettend angstig. Ze waren duidelijk getraumatiseerd. In plaats van veiligheid bij elkaar te zoeken, leken ze elkaar ook als vijand te beschouwen. Er werd gepikt, gevochten om ruimte. Ieder ging voor z’n eigen hachje…
In de eerste tijd heb ik er bezorgd naar zitten kijken. Het heeft tijd nodig dacht ik. Ze zijn hun vertrouwen kwijt. Overigens ook in mij. Als ik maar iets te dicht bij kwam of zaad en water wilde geven ontstond er weer grote onrust… Het heeft me heel wat praten en fluiten gekost om dat weer enigszins te matigen. Maar over ging het niet!
Op een dag zat ik al peinzend voor de vogelkooi en zag opeens: een kleine maatschappij. Is het nou zo verwonderlijk wat er in mijn kooi is gebeurd? Werkt het zo soms –helaas- ook niet tussen mensen?
De volière lijkt wel een afbeelding van wat kan ontstaan in families, op het werk, in groepen, in de maatschappij. Worden mensen onderdrukt, is er bedreiging? Een vijand op komst? We pikken elkaar, werken met onze ellebogen, strijden voor onze eigen ruimte en ons eigen voedsel, ons eigen aanzien en onze eigen eer. Hoeveel mensen lijden er aan, en hoeveel mensen lijden er onder! Angst speelt een rol… Het vechten en vluchten is in gang gezet. Vertrouwen is geschaad. Het is niet eenvoudig om op deze manier door het leven te gaan. En net als in de volière is dat niet zomaar voorbij, al staat ie nu binnen en is de vijand verleden tijd. Er is beschadiging opgetreden. Hoe kom je daar weer overheen?! In het leven van alle dag is het ook niet zo eenvoudig om ervan gegarandeerd te zijn dat de vijand buitengesloten is. Er kan herhaling plaatsvinden. Van buiten af en van binnen uit kan die onveiligheid blokkerend werken. Het kan zo verlammend zijn. Een strijd tegen angst en onzekerheid. Vechten of vluchten…
Om eerlijk te zijn. Na een aantal weken heb ik de moed voor mijn vogeltjes opgegeven. Mijn fluiten, zingen, praten en wat dan ook hielp niet. Ach ja, ik ben -gelukkig- ook geen vogeltherapeut.
door Praktijk Fiducia | 30 apr, 2015 | Blog
“April wordt met de minuut korter.” Ik zag de stille hint van de belastingdienst langs de kant van de weg… Om eerlijk te zijn, in eerste instantie had ik alleen het tegeltje met de slogan gezien. Dat zette me aan het denken op een heel andere manier dan de belastingdienst vermoedelijk voor ogen had.
April wordt met de minuut korter… Mei wordt ook met de minuut korter… In gedachten vulde ik de maanden in… In gedachte vulde ik “mijn leven” in. Mijn leven wordt met de minuut korter…
Niet zonder reden gingen mijn gedachten deze kant uit. Op 23 maart, nu 5 weken geleden, is mijn vader overleden. De laatste minuten van zijn leven zijn letterlijk door ons ‘geteld’. Een ingrijpende korte intensieve tijd ligt achter ons. Een leven van minuut tot minuut, een leven tussen hoop en vrees. Maart werd met de minuut korter.
Een zeer groot gemis is gekomen. Mijn gedachten en mijn hart zijn vol van dierbare herinneringen aan wie mijn vader was, wie hij voor ons is geweest. Hij had een onvergetelijk grote betekenis in mijn leven. Een lieve en bijzonder zorgzame vader is ons ontvallen.
Ik las enkele reacties op de reclame van de belastingdienst. Er was er een die ook bleef hangen: “Pessimist! Elke minuut is een extra minuut die aan april -en jouw bestaan- wordt toegevoegd.” Ook deze reactie zette me aan het denken op een heel andere manier dan vermoedelijk beoogd. Elke minuut wordt aan ons leven toegevoegd. Elke extra minuut is een van God geschonken minuut. Tijd om te leven. En tijd om te denken aan ons sterven. Genadetijd. Voorbereidingstijd.
Het einde van mijn vader was plotseling. Zijn geboortetijd en zijn stervenstijd waren bepaald. Acht dagen hebben we aan zijn bed gestaan. Elke minuut een extra minuut aan zijn bestaan toegevoegd… Wat een wonder dat de aangifte van zijn ‘gaven en inkomsten’ niet op de laatste minuten hoefde aan te komen. Dat was in de hemel bekend. Zijn leven was Christus. En hij hoefde niet bij te betalen. Zijn sterven was voor hem winst.
door Praktijk Fiducia | 17 jan, 2015 | Blog
Ze leefde als kind met een psychisch zieke moeder. Nu heeft ze, als volwassen vrouw en moeder van twee kinderen, geschreven over “Het kind in haarzelf”.
Het kind in mezelf wil aandacht….
Het kind in mezelf wil gezien worden, bevestigd worden, aangeraakt worden, gekoesterd worden, gestreeld worden, opgetild worden en toegelachen worden.
Het heeft te weinig vrolijkheid gekend in het gezin waar ze opgroeide. Ze moest zichzelf beschermen om niet teveel beschadigd te worden en om niet teveel geknakt te worden.
Het kind in mezelf kon niet tot bloei komen. Het dreef maar gewoon mee op de deining van het gezin, hoe het op dat moment ervoor stond in het gezin, hoe het op dat moment met haar moeder ging. Het kind moest teveel opletten of het wel goed ging met haar moeder en het niet de slechte kant opging met haar moeder. Het was voor het kind een zeer ongezonde situatie.
Ze kon zelf niet tot bloei komen, ze verstarde in zichzelf. Ze zette haar moeder op de voorgrond en zichzelf in het donker op de achtergrond. Haar moeder zette ze in het licht. Haar moeder moest het goed hebben vond ze, zichzelf vond ze niet zo belangrijk. Als haar moeder maar haar moeder bleef en niet wegzakte in haar misère’s.
Ze dacht, dit kind, te weinig om haar eigen behoeftes en verlangens. Die waren niet zo belangrijk, vond ze. Haar binnenkant was donker. Er kwam bijna geen licht. Het licht wist zijn weg er naar toe niet meer te vinden. Het licht kwam er niet meer binnen, het hield zich volkomen schuil, het durfde niet die donkerte in, het was bang voor dat donker daar binnen. Het licht was angstig om in het hart van dat kind binnen te treden.
Trouwens de deur van dat hart zat ook op slot. De deur barricadeerde haar hart, er was geen beweging in die deur te krijgen. Hij was dicht en bleef dicht. Je kon eraan trekken wat je wilde, maar de deur ging niet open. De deur gaf ook niet mee, volkomen op slot, volkomen gebarricadeerd door haarzelf.
Angst was het, waardoor de deur dicht zat!! Wat was die angst dan? Het was angst om haar moeder, angst dat haar moeder geen moeder meer kon zijn, angst dat haar moeder geen leven meer in zichzelf zou voelen. Angst om haar moeder te verliezen. Te verliezen aan het leven, te verliezen aan het leven dat haar moeder niet aankon. Te verliezen aan dat beangstigende leven, wat zich zo levensgroot aandiende om geleefd te worden. Maar hoe moet dat dan als je het leven niet aankunt, als je het leven eigenlijk niet wilt omdat je het te eng en te onheilspellend vindt?
Het licht, het leven kon geen toegang meer krijgen tot het hart van het kind. Het licht, het leven was als het ware buitengesloten, het kon niet meer binnenkomen. Het kind was bang geworden voor het leven. Het kind duwde als het ware het leven van zich af, want dat leven kon veel narigheid brengen en daar wist ze niet mee om te gaan. Het kind maakte pas op zijn plaats en verstarde. De verstarring in haar hield haar gevangen. Ze kon geen kant meer op. Ze wist niet hoe te leven. Ze wist niet wat ze moest doen en daarom gehoorzaamde ze maar gewoon haar moeder, want die zou wel weten hoe het moest….Maar dat wist haar moeder ook niet. Haar moeder wist zelf niet te leven en daardoor leefde ze vaak op drijfzand, waar ze gemakkelijk in weg kon zakken. Dat had het kind in de gaten en probeerde het op allerlei mogelijke manieren te voorkomen. Ze dacht dat het belangrijkste was: “Als ik me maar koest hou, dan heeft ze van mij geen last! ”
De deur naar het hart van het kind was volkomen gebarricadeerd door haar angst, haar verstarring. Ze had de deur zelf op slot gedraaid van binnen. Ze moet die deur dan ook maar zelf weer openen. De sleutel heeft zijzelf. Weet ze die sleutel nog te vinden? Heeft ze de sleutel soms verstopt of kan ze hem zo pakken om die deur weer te openen?
Sinds een paar jaar heeft ze de sleutel gevonden. Door God geschapen als een uniek mens! Nu weet ze dat behoeftes er mogen en moeten zijn om echt te leven, om tot leven te komen, om het leven te leven, om springlevend te zijn van binnen.