Binnenkant en buitenkant

Als je ’s avonds een blokje om gaat, is het zo leuk om bij iedereen even naar binnen te gluren… Hoe ziet het er van binnen uit? Wat gebeurt er binnen? Een oma past op haar kleinkind. Een man zit achter de krant. Er wordt net een glaasje wijn ingeschonken. Ga zo maar door…
De een heeft de gordijnen helemaal open. Er brandt volop licht… Iedereen mag naar binnen kijken. De andere woning is donker. Bij de volgende woning valt er precies licht naar buiten door een spleet in de gordijnen. Een kleine inblik wordt vergund. We zien de huizen aan de buitenkant. En gluren stiekem ook naar de binnenkant.

Soms komt de binnenkant overeen met de buitenkant. Soms staan we opeens voor een verrassing… De stijl van binnen is totaal anders dan de stijl van buiten. 

Alles wat we tegen komen is uniek. Geen een huis is hetzelfde… Soms is de vorm of indeling hetzelfde. Maar alles heeft een eigen persoonlijke kleur gekregen. Van binnen is er nóg meer variëteit dan aan de buitenkant. 

De wereld om ons heen, met buitenkanten en binnenkanten… Het kan soms best verwarrend zijn. Ook in deze tijd van het jaar is dat weer het geval… Overal branden de lampjes en kaarsjes. Het ziet er gezellig uit… Zou het binnen ook echt gezellig zijn?

Eigenlijk bestaat het hele leven uit binnenkanten en buitenkanten. Zijn we ons ook bewust van onze éigen buiten- en binnenkant? Aan wie vergunnen we een blik in de binnenkant? Wie kent onze binnenkant?

Soms misleiden we de ander met onze buitenkant. Bewust of onbewust. Een zekere uitstraling, maar van binnen onzeker. Een stekelachtige buitenkant, we houden de ander op afstand, maar van binnen verlangen naar nabijheid. Veel vrienden op facebook, maar van binnen eigenlijk eenzaam. Altijd in voor een grapje, maar ten diepste somber aan de binnenkant. Aan de buitenkant “ik red me wel”, maar van binnen “eigenlijk hulp nodig”.

Elke keer weer is het zo mooi om mensen te ontmoeten. Mensen leren kennen… Van naam, van gezicht, van de buitenkant. Maar vooral: leren kijken en leren luisteren naar iemands binnenkant. Dat is voorbij gaan aan de buitenkant. Even naar binnen gluren… Wat wil iemand werkelijk zeggen. Wat is de intentie of bedoeling van iemands gedrag? Hoe is die buitenkant eigenlijk gevormd? Wat schemert er door van de binnenkant?

Soms kan dit ook voor jezelf een raadsel zijn. “Wat wil ik eigenlijk, wat vind ik eigenlijk, wat voel ik eigenlijk?”. Er is zo weinig gelegenheid geweest om naar binnen te kijken.

Bij de een staan de gordijnen volledig open. Het is niet moeilijk om naar binnen te kijken. De ander vergunt een kleine inblik. Bij de een komen buitenkant en binnenkant overeen. Bij de ander is het van binnen zo verrassend anders… Ja, het is boeiend om even een blokje om te gaan. Bij jezelf en bij de ander even naar binnen te (mogen) gluren. Overal is het anders, iedereen is uniek!

En toch? Meestal tref ik ook opvallende overeenkomsten. Al heeft iedereen een andere kast, bank of eethoek. Ik kom toch overal meubilair tegen… Zo is het ook in de ontmoeting van mensen. Steeds weer kom ik hetzelfde tegen aan de binnenkant: verlangen naar verbinding, veiligheid, vertrouwen, geborgenheid, steun. Gezien en gekend willen worden. Van buiten kan het staan als een huis. Van binnen zijn we klein en kwetsbaar. Doen we de gordijnen open of dicht?

Vechten voor eigen hachje

In de zomer kreeg ik een ‘bevlieging’. Het leek me leuk om een kleine volière te plaatsen in mijn tuin. Ik ben opgegroeid met vogels in de tuin. En miste het zacht koeren van  diamantduifjes. Meteen de daad bij het woord voegend, tja, zo werkt dat met een bevlieging ;-), schafte ik een leuke vogelkooi aan. De eerste weken was het genieten. De vogeltjes hadden het naar hun zin. Ze raakten al snel vertrouwd met mij en met elkaar. Ze koerden naar hartenlust.

Toen echter kwamen er bedreigingen. Katten uit de buurt hadden mijn ‘bevlieging’ opgemerkt. Dat was geen pretje…Op een dag kwam ik thuis en was de achterwand van de volière bespat met bloedvlekjes. De vogeltjes zaten in shock op de bovenste stok. De sporen van kattennagels waren te zien op het dak. Dat was zielig! Ik kocht een kattenverschrikker. Het leek even te helpen. Maar nee, het gedoe herhaalde zich. Nog erger dan de eerste keer! Toen heb ik ingegrepen. Ik heb de vogeltjes binnen gezet.

Vol vertrouwen ging ik er vanuit dat het nu over zou zijn…. In mijn huis is het veilig voor ze. Geen last meer van katten. Ze zouden hun rust hervinden en ik zou weer genieten van het zachte koeren. Maar…. er gebeurde iets bijzonders in de kooi. Mijn duifjes waren ontzettend angstig. Ze waren duidelijk getraumatiseerd. In plaats van veiligheid bij elkaar te zoeken, leken ze elkaar ook als vijand te beschouwen. Er werd gepikt, gevochten om ruimte. Ieder ging voor z’n eigen hachje…

In de eerste tijd heb ik er bezorgd naar zitten kijken. Het heeft tijd nodig dacht ik. Ze zijn hun vertrouwen kwijt. Overigens ook in mij. Als ik maar iets te dicht bij kwam of zaad en water wilde geven ontstond er weer grote onrust… Het heeft me heel wat praten en fluiten gekost om dat weer enigszins te matigen. Maar over ging het niet!

Op een dag zat ik al peinzend voor de vogelkooi en zag opeens: een kleine maatschappij. Is het nou zo verwonderlijk wat er in mijn kooi is gebeurd? Werkt het zo soms –helaas- ook niet tussen mensen?

De volière lijkt wel een afbeelding van wat kan ontstaan in families, op het werk, in groepen, in de maatschappij. Worden mensen onderdrukt, is er bedreiging? Een vijand op komst? We pikken elkaar, werken met onze ellebogen, strijden voor onze eigen ruimte en ons eigen voedsel, ons eigen aanzien en onze eigen eer. Hoeveel mensen lijden er aan, en hoeveel mensen lijden er onder! Angst speelt een rol… Het vechten en vluchten is in gang gezet. Vertrouwen is geschaad. Het is niet eenvoudig om op deze manier door het leven te gaan. En net als in de volière is dat niet zomaar voorbij, al staat ie nu binnen en is de vijand verleden tijd. Er is beschadiging opgetreden. Hoe kom je daar weer overheen?! In het leven van alle dag is het ook niet zo eenvoudig om ervan gegarandeerd te zijn dat de vijand buitengesloten is. Er kan herhaling plaatsvinden. Van buiten af en van binnen uit kan die onveiligheid blokkerend werken. Het kan zo verlammend zijn. Een strijd tegen angst en onzekerheid. Vechten of vluchten…

Om eerlijk te zijn. Na een aantal weken heb ik de moed voor mijn vogeltjes opgegeven. Mijn fluiten, zingen, praten en wat dan ook hielp niet. Ach ja, ik ben -gelukkig- ook geen vogeltherapeut. 

 

Elke minuut telt

“April wordt met de minuut korter.” Ik zag de stille hint van de belastingdienst langs de kant van de weg… Om eerlijk te zijn, in eerste instantie had ik alleen het tegeltje met de slogan gezien. Dat zette me aan het denken op een heel andere manier dan de belastingdienst vermoedelijk voor ogen had.

April wordt met de minuut korter… Mei wordt ook met de minuut korter… In gedachten vulde ik de maanden in… In gedachte vulde ik “mijn leven” in. Mijn leven wordt met de minuut korter…

Niet zonder reden gingen mijn gedachten deze kant uit. Op 23 maart, nu 5 weken geleden, is mijn vader overleden. De laatste minuten van zijn leven zijn letterlijk door ons ‘geteld’. Een ingrijpende korte intensieve tijd ligt achter ons. Een leven van minuut tot minuut, een leven tussen hoop en vrees. Maart werd met de minuut korter.

Een zeer groot gemis is gekomen. Mijn gedachten en mijn hart zijn vol van dierbare herinneringen aan wie mijn vader was, wie hij voor ons is geweest. Hij had een onvergetelijk grote betekenis in mijn leven. Een lieve en bijzonder zorgzame vader is ons ontvallen.

Ik las enkele reacties op de reclame van de belastingdienst. Er was er een die ook bleef hangen: “Pessimist! Elke minuut is een extra minuut die aan april -en jouw bestaan- wordt toegevoegd.” Ook deze reactie zette me aan het denken op een heel andere manier dan vermoedelijk beoogd. Elke minuut wordt aan ons leven toegevoegd. Elke extra minuut is een van God geschonken minuut. Tijd om te leven. En tijd om te denken aan ons sterven. Genadetijd. Voorbereidingstijd.

Het einde van mijn vader was plotseling. Zijn geboortetijd en zijn stervenstijd waren bepaald. Acht dagen hebben we aan zijn bed gestaan. Elke minuut een extra minuut aan zijn bestaan toegevoegd… Wat een wonder dat de aangifte van zijn ‘gaven en inkomsten’ niet op de laatste minuten hoefde aan te komen. Dat was in de hemel bekend. Zijn leven was Christus. En hij hoefde niet bij te betalen. Zijn sterven was voor hem winst.

 

Het kind in mezelf

Ze leefde als kind met een psychisch zieke moeder. Nu heeft ze, als volwassen vrouw en moeder van twee kinderen, geschreven over “Het kind in haarzelf”. 

Het kind in mezelf wil aandacht….
Het kind in mezelf wil gezien worden, bevestigd worden, aangeraakt worden, gekoesterd worden, gestreeld worden, opgetild worden en toegelachen worden.

Het heeft te weinig vrolijkheid gekend in het gezin waar ze opgroeide. Ze moest zichzelf beschermen om niet teveel beschadigd te worden en om niet teveel geknakt te worden.

Het kind in mezelf kon niet tot bloei komen. Het dreef maar gewoon mee op de deining van het gezin, hoe het op dat moment ervoor stond in het gezin, hoe het op dat moment met haar moeder ging. Het kind moest teveel opletten of het wel goed ging met haar moeder en het niet de slechte kant opging met haar moeder. Het was voor het kind een zeer ongezonde situatie.

Ze kon zelf niet tot bloei komen, ze verstarde in zichzelf. Ze zette haar moeder op de voorgrond en zichzelf in het donker op de achtergrond. Haar moeder zette ze in het licht. Haar moeder moest het goed hebben vond ze, zichzelf vond ze niet zo belangrijk. Als haar moeder maar haar moeder bleef en niet wegzakte in haar misère’s.

Ze dacht, dit kind, te weinig om haar eigen behoeftes en verlangens. Die waren niet zo belangrijk, vond ze. Haar binnenkant was donker. Er kwam bijna geen licht. Het licht wist zijn weg er naar toe niet meer te vinden. Het licht kwam er niet meer binnen, het hield zich volkomen schuil, het durfde niet die donkerte in, het was bang voor dat donker daar binnen. Het licht was angstig om in het hart van dat kind binnen te treden.

Trouwens de deur van dat hart zat ook op slot. De deur barricadeerde haar hart, er was geen beweging in die deur te krijgen. Hij was dicht en bleef dicht. Je kon eraan trekken wat je wilde, maar de deur ging niet open. De deur gaf ook niet mee, volkomen op slot, volkomen gebarricadeerd door haarzelf.

Angst was het, waardoor de deur dicht zat!! Wat was die angst dan? Het was angst om haar moeder, angst dat haar moeder geen moeder meer kon zijn, angst dat haar moeder geen leven meer in zichzelf zou voelen. Angst om haar moeder te verliezen. Te verliezen aan het leven, te verliezen aan het leven dat haar moeder niet aankon. Te verliezen aan dat beangstigende leven, wat zich zo levensgroot aandiende om geleefd te worden. Maar hoe moet dat dan als je het leven niet aankunt, als je het leven eigenlijk niet wilt omdat je het te eng en te onheilspellend vindt?

Het licht, het leven kon geen toegang meer krijgen tot het hart van het kind. Het licht, het leven was als het ware buitengesloten, het kon niet meer binnenkomen. Het kind was bang geworden voor het leven. Het kind duwde als het ware het leven van zich af, want dat leven kon veel narigheid brengen en daar wist ze niet mee om te gaan. Het kind maakte pas op zijn plaats en verstarde. De verstarring in haar hield haar gevangen. Ze kon geen kant meer op. Ze wist niet hoe te leven. Ze wist niet wat ze moest doen en daarom gehoorzaamde ze maar gewoon haar moeder, want die zou wel weten hoe het moest….Maar dat wist haar moeder ook niet. Haar moeder wist zelf niet te leven en daardoor leefde ze vaak op drijfzand, waar ze gemakkelijk in weg kon zakken. Dat had het kind in de gaten en probeerde het op allerlei mogelijke manieren te voorkomen. Ze dacht dat het belangrijkste was: “Als ik me maar koest hou, dan heeft ze van mij geen last! ” 

De deur naar het hart van het kind was volkomen gebarricadeerd door haar angst, haar verstarring. Ze had de deur zelf op slot gedraaid van binnen. Ze moet die deur dan ook maar zelf weer openen. De sleutel heeft zijzelf. Weet ze die sleutel nog te vinden? Heeft ze de sleutel soms verstopt of kan ze hem zo pakken om die deur weer te openen? 

Sinds een paar jaar heeft ze de sleutel gevonden. Door God geschapen als een uniek mens! Nu weet ze dat behoeftes er mogen en moeten zijn om echt te leven, om tot leven te komen, om het leven te leven, om springlevend te zijn van binnen.

 

Onzichtbare rouw

“Ik wil er verder niets over zeggen…Het is alleen maar een tip. Maar misschien komt er ooit nog eens aandacht voor mensen die rouwen moeten zonder kist.”

Ik moest even slikken, toen vandaag deze uitspraak tot me kwam.  Rouwen zonder kist? Wat klinkt dit cru…! Het zette me enorm aan het denken. Waar gaat dit over? Wat wordt er bedoeld? Een ding was me meteen duidelijk: “Dit verdient aandacht!”. Ik kreeg toestemming om er een blog over te schrijven. 

Ik stapte in m’n auto, achter het stuur. Liet mijn gedachten de vrije loop. Rouwen… dat heeft te maken met verliezen. Met diepe onzeglijke pijn. Het heeft te maken met afscheid nemen, met los scheuren. Het heeft te maken met ‘voor altijd voorbij’.

Diep ingrijpend om een dierbare, geliefde te verliezen aan de dood. Een man, een vrouw, een kind, een ouder, een broer of zus. Een opa of oma. Een vriend of vriendin. Iemand met wie je een speciale band ervoer. Plotseling, een ongeluk, of na een ernstig ziekbed. Rouwen… hoe kan ik het indenken of onder woorden brengen. Het trekt diepe sporen in het leven.

Maar wat betekent dan de rauwe, haast grof overkomende uitspraak die me werd toevertrouwd? Moet ik denken aan ‘vermissingen’? Aan mensen die buitengesloten worden van een begrafenis?

Of gaat het om onzichtbare rouw…?  Verborgen kruizen. Verwachtingen die niet zijn uitgekomen. Vervlogen hoop!

Verdriet en eenzaamheid in het huwelijk. Een gebroken huwelijk.  Ik moet denken aan een vrouw in het verzorgingstehuis. Ze zei: “De meeste vrouwen zijn hier weduwe. Ze zijn alleen, net als ik. Maar zíj mogen er de hele dag over praten. Als ik er iets over zeg, dan willen ze niet meer naast me zitten, of beginnen ze gauw over een ander onderwerp…”.  Schaamte en eenzaamheid járen na de echtscheiding. Onzichtbare rouw.

Teleurstelling en verdriet over de moeite in het gezin. De zorgen rondom opvoeding. De vader van de verloren zoon, rouwend om het weggaan van de jongste. Ouders die geen grip meer hebben op hun kinderen. Geen plek meer in hun leven… Onzichtbare rouw.

Rouwen om de seksuele geaardheid. Gevoelens die bij niemand bekend zijn. Niet gekend worden door anderen. Onzichtbare rouw.

Rouwen om het gemis aan veiligheid en geborgenheid als kind. Boosheid, verdriet, angst, onmacht en onvermogen… Weggestopte gevoelens. Diepe pijn om gemiste knuffels. Verdriet over het gemis van een jeugd. Onzichtbare rouw.

Verliezen  van verwachtingen.  Verwachtingen ten aanzien van het leven. Wensen en verlangens die geen werkelijkheid worden. Niet vervuld. Onverhoorde gebeden. Onzichtbare rouw.

“Ik wil er verder niets over zeggen, het is alleen maar een tip”, zei hij, “maar misschien komt er ooit nog eens aandacht voor…”. Onzichtbare rouw… Ik kan er niet alles over zeggen! Ik kan het hooguit aantippen…

 

Explosie

“Die twee mensen samen, dat is water en vuur…”. “Hij lijkt wel een vulkaantje!”.

Omdat ik over twee weken aan de voet van de Etna hoop te staan, heb ik me wat verdiept in vulkanen. Opmerkelijk eigenlijk dat de levensvatbaarheid op de aarde niet alleen aan water, maar ook aan vuur te danken is. Bijzonder dat juist de precieze afstand (of nabijheid) van de aarde ten opzichte van de zon, en ook de grootte van de aarde, maakt dat het water en vuur in evenwicht zijn. Waardoor leven op aarde, samenleven, mogelijk is… Wat een wijs beleid van onze Schepper!

Dus.. ook vulkanen dragen bij aan de kringloop en goede atmosfeer op de aarde. Ik ontdekte dat er verschillende soorten vulkanen zijn. Elk met hun eigen ‘uitbarstingsstijlen’.

Wat mooi eigenlijk. Mensen lijken net vulkanen. Er bestaan verschillende ‘soorten’. Ieder uit zich op een eigen manier.

Schildvulkanen en slakkenkegels. Geleidelijk aan stroomt er magma richting de kraterpijp. Geleidelijk aan wordt er wat geuit en opgeruimd. Een uitbarsting veroorzaakt weinig schade aan zichzelf of anderen.
In tegenstelling tot de Stratovulkanen. Het magma is een dikke vloeistof. Het stroomt niet zo makkelijk naar buiten. Er zitten soms tientallen jaren tussen een uitbarsting… Een ‘opluchting’ van de kraterpijp komt uiteindelijk tot stand via een grote ontploffing. Het verzamelde puin, steen en as, regent soms dagenlang naar beneden… Sommige vulkanen uiten zich zo heftig dat het levensgevaarlijk kan zijn voor de omgeving. Het levert soms grote schade op voor de vulkaan zelf, of voor (de verbinding met) de omgeving.

Op welke vulkaan lijkt u? Hoeveel zit er ‘opgekropt’ in de kraterpijp? Hoe uit u zich?

Een heftige vulkaan uitbarsting is er meestal niet meteen… Er gaat  innerlijk veel aan vooraf. De kraterpijp raakt verstopt. De interne druk neemt toe. Er raakt steeds meer magma ‘aan de kook’. Hoe meer er ‘opgekropt’ is in de kraterpijp, hoe meer druk er ontstaat en nodig is om ‘op te ruimen’. Hoe langer er bij een levende vulkaan geen ‘uit(barst)ing’ is geweest, hoe gevaarlijker de vulkaan dus wordt…  

Hoelang laat u iets bestaan, waar u mee zit?

Alle soorten vulkanen dragen bij aan de kringloop en atmosfeer op de aarde. Steeds weer moet de kraterpijp ontstopt worden. Het uiten is van belang… Als dit geleidelijk en regelmatig gebeurt, is er minder schade voor de vulkaan en zijn omgeving. Sterker nog, de omgeving geniet veelal, van het kwetsbare moment in en om de vulkaan. Het trekt mensen aan! Bij (te) grote explosies ontstaat er een terugtrekken van de omgeving, mensen worden bang. De een explodeert, de ander implodeert…  

Samenvattend: juist de precieze afstand en nabijheid van de aarde ten opzichte van de zon maakt leven mogelijk. Juist een gelijkmatig en evenwichtig ‘ontstoppen’ van de kraterpijp draagt bij aan een goede atmosfeer… Ik hoop dat ik aan de voet van de Etna zo’n prachtig en kwetsbaar moment beleef.