Het is september. De vakantietijd ligt zo goed als achter ons. Vakantieverhalen zijn weer uitgewisseld. Sommige mensen zijn ver weg geweest. Lang gereden, ver gevlogen. Anderen bleven dichtbij.
Misschien bent u niet op vakantie geweest. Mogelijk door omstandigheden. Niet voor iedereen is vakantietijd een fijne periode. De vakantieperiode kan zo confronteren met herinneringen, moeiten, zorgen, pijn en verdriet, gemis. Juist in de vakantietijd kan eenzaamheid zo gevoeld worden. Dat kan als je ver weg bent, maar dat kan ook dichterbij.
Maar misschien heeft de vakantieperiode ook goed gedaan. U hebt genoten van een periode van rust. U hebt mooie dingen gezien en bekeken. U was misschien te midden van de bergen. Of u genoot van het water, de kracht van de zee. Wat is de natuur geweldig. Bewonderenswaardig.
Augustinus zei: “Mensen gaan op reis om zich te verbazen over de toppen van de bergen, de kracht van de golven van de zee, de lange loop van de rivieren, de uitgestrektheid van de oceaan, de rondgaande bewegingen van de sterren. En…. zichzelf lopen ze zonder verbazing voorbij”…
Gaat dit over u? Je hebt je verwonderd en verbaasd over de prachtige natuur. Maar loopt het hele jaar jezelf voorbij, zonder enige verbazing?
Wat kom ik veel mensen tegen die zichzelf voorbij lopen. Dat kan op allerlei manieren. Veel mensen genieten van de prachtige schepping buiten hen, maar zien zichzelf niet als een mooi mens. Ze zien zichzelf niet, als pronkjuweel van Gods schepping. Ze gaan aan zichzelf voorbij. Zonder enige verbazing. Zonder enige zelfwaardering.
Anderen lopen zichzelf voorbij, zonder zichzelf op te merken. Ze zien zichzelf niet staan. Ze zien niet hun toppen, hun kracht, hun uitgestrektheid. Ze zien niet hun gaven en talenten.
Weer anderen lopen aan zichzelf voorbij en staan niet stil bij wat zij nodig hebben. Bij hun gevoelens en behoeften.
Sommige mensen lopen zichzelf niet alleen voorbij, zij rennen zichzelf voorbij. Zonder enige verbazing… Zij raken overspannen of burn-out.
Mensen gaan op reis, om zich te verbazen… Zij verbazen zich over de schepping. Over hoogten, diepten, krachten en uitgestrektheid. Over de bewonderenswaardige natuur. Maar zij gaan voorbij aan ‘de mens’. Zonder enige verbazing lopen zij ‘de mens’ voorbij.
Zien wij nog mensen om ons heen? Of zijn we alleen op reis… Gaan we alleen op reis om zelf te genieten. Gaan we alleen op reis om ons te verbazen over de omgeving… Maar lopen we zonder verbazing aan onze medemens voorbij? Geen aandacht voor je eigen context. Geen opmerken, kennis maken of werkelijk ontmoeten?
De vakantietijd is weer voorbij. De dagelijkse structuur is weer begonnen. Ik hoop dat we elke dag met verbazing in de spiegel kijken. En met verbazing kijken naar de mensen om ons heen…