Onzekerheid

(vervolg)

Graag wil ik verder vertellen over de raadselachtige boom in mijn tuin. Weet je nog? Ik wist niet wat voor soort het was. Ik had het aan diverse mensen gevraagd, maar niemand wist het mij te vertellen. Na enkele jaren kwam er een vrucht. Een soort sierappeltje, dacht ik. Het volgende jaar waren er grotere, sappige, heerlijke zoete vruchten.

Waren het pruimen? Ik heb contact opgenomen met de vorige bewoners. Zij wisten niets van een pruimenboom in de tuin…  Hoe kan dat? Wat is het? Was deze boom nooit juist behandeld? Nooit gaan bloeien? Nooit vruchten gedragen? Of waren de vruchten nooit als eetbaar (h)erkend en gewaardeerd?

Hoe verdrietig kan dat zijn in het leven. Niet gekend worden. En mogelijk daardoor niet juist behandeld. Belemmerd in de bloei. Vruchten die niet gezien en gewaardeerd worden.

Het volgende jaar kwamen er weer prachtige vruchten aan m’n boom. Echter het bleef voor mij de vraag: zijn het nu wel of geen pruimen? Ze zagen er iets anders uit. Kleiner. Van binnen felroze. En zijn ze eetbaar? Ja, de vruchten zijn erg lekker. Maar niet alles wat lekker is, is toch ook goed of gezond voor je?

Zo kan er in het leven raadselachtige onzekerheid blijven over iets wat niet is aangewezen, niet is geleerd, niet is bevestigd… Er ontstaat pas zekerheid en rust, als het door (I)iemand wordt benoemd en bevestigd.

Zo is het van belang om kinderen bij de hand te nemen en te leren. Samen er naar kijken en over praten. Dingen aanwijzen, uitleggen, benoemen en bevestigen. Kwesties over het gewone dagelijkse leven en over God en het geloofsleven.

Ik had het aan diverse kenners gevraagd en niemand wist het me te vertellen. De naam van de boom, het soort. Zijn de vruchten eetbaar. Echte kenners kijken naar details. Het blad. De kleur en de vorm. De vrucht. De manier waarop de vrucht aan de boom zit. Wat is het fijn, wat geeft het vertrouwen, als iemand weet waar het over gaat… Het raadsel is inmiddels opgelost…

Groeiproces

In mijn tuin stond een raadselachtige boom. Staat ie er nu dan niet meer? Jawel, maar inmiddels is het raadsel opgelost. De komende drie blogs gaan over deze boom.  

Ik kende mijn boom niet. Wist niet de boomsoort. Hij werd op een verkeerde manier gesnoeid. Als je weinig van iets (of iemand) weet, ga je er soms op een verkeerde manier mee om…

Het volgende jaar liep de boom gelukkig wel weer uit. Ik verwonderde me over de blaadjes en takjes die weer uitsproten. En tot mijn grote verbazing (en schrik) trof ik één lief klein wit-roze bloemetje aan de stam van de boom. De boom had mooi kunnen bloeien, als ie niet verkeerd was gesnoeid. Wat een gevolgen kunnen er soms zijn van een verkeerde omgang en behandeling.

Ik had mijn lesje geleerd. De boom werd anders gesnoeid en het volgende voorjaar genoot ik van een prachtige volle bloei. Wat mooi om te zien. Daarna de kleine groene blaadjes. Heerlijk om te genieten van dat wat tot bloei komt.

Het jaar daarop zag ik een tijdje na de bloei kleine rode ronde vruchten aan deze boom. Het leken mij een soort sierappeltjes. Mooi hè, stap voor stap, leerde ik meer van mijn boom kennen. Hij liet steeds meer van zichzelf zien. Groeien, bloeien, vruchten die ontstaan. Het is een proces dat tijd vraagt, soms jaren. Dat gaat zo bij een boom. Dat gaat ook zo in een therapieproces.

Maar nog steeds wist ik niet wat het voor boom was. Al diverse keren had ik het aan verschillende mensen gevraagd. Ik kreeg er geen antwoord op. Het was een raadsel…

Het volgende jaar stond ik met iemand in mijn tuin. Er kwam een opgetogen kreet: “Hé, heb jij zoveel pruimen?” Ik was verrast. Pruimen? Eigenlijk had ik mijn sierappeltjes niet meer zo goed bekeken. En dit jaar waren ze inderdaad groter geworden. Als je samen met een ander kijkt naar de groei, bloei en vruchten, ontdek je wel eens dat het verder is gegaan, dan je zelf had gezien en opgemerkt. Dat blijkt soms ook zo te zijn in therapie. Als je samen op bepaalde momenten stilstaat en terugkijkt blijkt er meer veranderd te zijn dan waarvan je je soms bewust bent geweest…

Ik had mijn sierappeltjes niet meer zo goed bekeken. Ik had er niet aan gevoeld. En ik had ze al helemaal niet geproefd. Waren het nu pruimen? (Ze zagen er anders uit…). Voorzichtig namen we de eerste hapjes. En o wat waren ze lekker! Ze smaakten lekkerder dan de lekkerste pruim die ik ooit had gegeten. Wat een prachtig groeiproces…

 

Lessen onderweg

Houdt u ook van wandelen? Wandelroutes lopen… Er gaan allerlei keuzes aan vooraf. Waar gaan we wandelen? Hoever? Hoelang doe je daar ongeveer over? Wat nemen we mee? Zo begint de tocht. Meestal met een omschrijving of routekaart op zak…
De route is overdacht. Is te bezien. De weg lijkt voorspelbaar. Beginnen bij het startpunt. Bordjes volgen. En naar verwachting na een aantal uren aankomen op de plek van bestemming.

En daar sta je dan ineens voor een moeilijke keus. Op een T-splitsing. De pijl op het routebordje wijst rechtdoor. Maar op het kaartje lijkt de route af te wijken naar rechts. De naam van het pad dat naar rechts loopt komt overeen met wat op de kaart te zien is. Maar waarom wijst het routebordje dan rechtdoor?

Moeilijke keus hè?! De kaart kun je zelf bezien en nagaan. Door de kaart te volgen kun je de route enigszins onder controle houden. Maar de routebordjes zullen toch ook niet voor niets geplaatst zijn…? Luisteren we naar onszelf? Naar wat voor ons gevoel en inzicht klopt? Dat wat wij  kunnen overzien en bekijken? Of luisteren we naar advies van de ander? Advies of richtingaanwijzers van buitenaf? Durven wij de weg te vervolgen langs die bordjes en pijltjes, ook als het zo lijkt af te wijken van wat wij kunnen zien en begrijpen?

Wat een les doe je dan op in zo’n wandeltocht. Eigen verstand en gevoel volgen? Of vol vertrouwen overgeven aan de richtingaanwijzers? Vertrouwen dat door deze pijltjes te volgen je echt van stap tot stap verder komt langs de juiste route. De weg die de bedoeling was om te gaan…

Maakt u eens een keus? Wat zou u nu doen? Het volgen van de kaart, of het volgen van de bordjes? Na wikken en wegen, volgden wij de kaart. Wij volgden ons eigen inzicht. Wat maakt dat je kiest voor het volgen van je kaart of de bordjes? Wat zegt dat over vertrouwen in jezelf of in de ander?

Wat was het geval? De richtingaanwijzers waren juist! De bordjes klopten. Klopte de kaart dan niet? Thuisgekomen hebben we daar nog eens rustig naar gekeken. Jawel het kaartje klopte ook. Maar we hielden het een kwartslag gedraaid… Wat kun je door een verkeerd perspectief, door een verkeerde stellingname, een verkeerd uitgangspunt toch ver van de route dwalen…

Nog een les… Precies op de T-splitsing van onze keus kwamen er twee wandelaars achterop lopen.  Deze twee mensen leken overduidelijk bekend in deze omgeving. Ze groetten ons vriendelijk en wij groetten terug. Zij gingen rechtdoor. Vervolgens maakten wij onze keus. Op basis van ons eigen inzicht, zijn wij rechtsaf geslagen… en een enorm eind afgedwaald van onze route. Na verloop van tijd kwamen we dezelfde wandelaars weer tegen. Ze kwamen ons nu tegemoet. Nu vroegen we hen om hulp. Waarom hebben we daarnet onze twijfels niet getoond? Waarom zelf onze weg uitgezocht? Waarom geen gebruik gemaakt van deze mogelijke hulpbronnen op onze weg? Wat een les om precies deze mensen weer tegen te komen.

Het was een mooie wandeltocht. En deel van de route, bepaalde mooie plekjes, hebben we helaas gemist. Maar we hebben in ieder geval lessen opgedaan.

Je kunt wel eens denken dat het verkeerd gaat op je levensweg. De route lijkt af te wijken van wat wij kunnen overzien en begrijpen. De route gaat in tegen ons gevoel. Durven wij de Richtingaanwijzers te volgen? Een les in vertrouwen en overgave…

Soms ben je overtuigd van iets. Je denkt het te weten. En hoewel je op de juiste weg was, kies je toch voor afslaan. Wat kun je door een verkeerd perspectief, door een verkeerde stellingname, een verkeerd uitgangspunt toch ver van de route dwalen…

Soms komen er mensen op je pad. Je groet vriendelijk, maar je deelt niet. Je deelt niet de twijfels en onzekerheden van dat moment. Je laat de hulpbron voorbij gaan en kiest zelf. Wat een les in hulp durven vragen. Waarom zou je het allemaal zelf moeten doen, moeten weten, of moeten kunnen? Terwijl een eenvoudige aanwijzing toch een behoorlijke omweg had gescheeld…  

Gevoel heeft een slecht imago

Het valt me elke keer weer op…. Het slechte imago van onze gevoelens.

Gevoel? Wat moet je daar mee? Je koopt er niets voor.
Nee! Ik ben niet zo gevoelig. Ik ben heel nuchter.
Gevoel? Daar moet je je gewoon over heen zetten.
Gevoel? Dat kan je bedriegen! Gevoel is een slechte raadgever. We moeten vooral verstandig zijn, nuchter blijven nadenken.
Gevoelens… Nee daar praten we niet over. Ze zijn alleen maar lastig!

Hoewel ‘het luisteren naar gevoel’ maatschappelijk gezien wel meer terrein heeft gewonnen, zie ik toch elke keer weer mensen op allerlei terreinen worstelen met hun gevoelens.
Gevoelens die er niet mogen zijn…
Gevoelens die anders zouden moeten zijn..
Gevoelens die nu toch wel eens voorbij of over zouden moeten zijn…
Gevoelens zijn bedreigend, angstig of lastig!

Waarom gaan we zo met onze gevoelens om? Waar hebben we dat geleerd? En waar brengt het ons?

Gevoelens uiten… “Dat past echt niet in ons milieu hoor”, hoor ik dan zeggen. “Op mijn werk moet ik daar niet mee aankomen”. “In ons gezin, in onze familie… werd er nooit over gevoelens gesproken”.

Wat hebben we van jongs af aan hierin meegekregen? Welke plek geven we zelf aan ons gevoel? Welk imago over onze gevoelens willen we doorgeven aan de volgende generatie?

De termen ‘emoties’ en ‘gevoelens’ gebruiken wij in ons spraakgebruik door elkaar. Toch wordt er ook wel onderscheid gemaakt in emoties en gevoelens. Emoties komen naar voren in onze lichamelijke reacties. Verandering van gezichtsuitdrukking, verhoging van hartslag, trillen van de stem, knipperen van de ogen, tranen in de ogen. Niet altijd zijn we ons bewust van deze emoties. Gevoelens zijn eigenlijk de bewuste reflectie op deze emoties. Het is de bewuste beleving van de lichamelijke reacties. Wij zijn als mensen geschapen met de mogelijkheid om bewust te zijn van onze emoties. Wij zijn geschapen met de mogelijkheid met deze emoties om te gaan. Wij hebben de mogelijkheid van emotieregulatie gekregen.

Dieren hebben ook emoties. Ze zijn soms verdrietig, lijden soms pijn, ze lijken soms te rouwen, ze zijn soms angstig, ze zijn soms boos…  Zij kunnen dit niet verwoorden. Zij kunnen het hooguit in hun gedrag laten zien. Dieren stoppen hun gevoel niet weg. Ze vechten of vluchten, ze laten hun kop hangen of hebben de staart tussen de benen. Ze trekken zich terug, ze blazen of… enzovoort. Dieren laten hun emoties zien…

Wij mensen hebben het vermogen gekregen om over onze gevoelens te praten. Wij kunnen gevoelens delen. Maar wij mensen houden soms onszelf voor en geven aan elkaar door dat gevoelens er niet mogen zijn…

Als we bang zijn, moeten we flink doen…
Als we verdrietig zijn, moeten we vrolijk doen…
Als we boos zijn, moeten we dat inslikken en ons aanpassen…
Als we blij zijn, moeten we oppassen dat we niet de uitbundig worden…

Apart hè?! Waarom leggen we zoveel oordeel op onze gevoelens? Waarom mogen ze er niet zijn?

De Bijbel houdt ons iets anders voor. We lezen openlijk over allerlei gevoelens van de Heere Jezus. Hij huilde bij het graf van Lazarus. Hij liet Zijn toorn en boosheid zien over onrecht en zonde. Hij was droevig en zeer beangst in de hof van Gethsemane. Hij vraagt ook naar de gevoelens en behoeften van de ander: “Vrouw wat weent gij? Wien zoekt gij?” Hij zei tegen de dochters van Jeruzalem niet dat ze niet mochten wenen, maar dat ze over zichzelf en hun kinderen moesten wenen. Wij kunnen gevoel bedrieglijk vinden, maar voor Salomo waren gevoelens en de emoties die zichtbaar werden heel bepalend bij zijn rechtspraak over wie de moeder van het levende kind was. Hij keek naar welke vrouw het ware moedergevoel liet zien…

Natuurlijk hoeven we niet enkel te varen op ons gevoel. Maar misschien mogen we wel beter voor onze gevoelens zorgen. Voelen…

Ja ik ben nuchter en ik heb ook gevoel
Ja ik ben verstandig en ik heb ook gevoel
Ja ik ben sterk en ik heb ook gevoel
Ja ik ben sterk juist omdat ik voel…

 

 

Tijd

Het werd hoog tijd voor weer eens een nieuwe blog op de (vernieuwde) site. De tijd lijkt soms wel te vliegen… Het eerste half jaar van 2018 is al weer verleden tijd. En we zijn aangekomen bij de vakantietijd.

Tijd… Wat een bijzonder woord eigenlijk. Wat is tijd? Het woordenboek spreekt over “de onstuitbare gang der dingen van toekomst door het heden naar het verleden”. Tijd is de opeenvolging van momenten, tussen vroeger en later. Tijd is een periode of een moment. Tijd gaat over lengte en duur. Tijd gaat over hoeveelheid. Tijd is te meten of op te nemen. Tijd is ook subjectief. Het heeft te maken met onze eigen unieke beleving. Onze kwaliteit van tijd. 

We kunnen zeeën van tijd hebben. Of van tijd noch uur weten. Sommige mensen zeggen tijd is geld. Voor andere mensen is tijd verbonden aan rust. “Geef me de tijd…”. We kunnen de tijd verslijten. Maar de tijd verslijt ook ons. We worden ouder door de tijd. Of we worden wijzer door de tijd. Wijsheid komt met de jaren, zegt men. Door het verloop van de tijd worden herinneringen mogelijk zwakker of lijken erge dingen mogelijk minder erg. Tijd slijt. Of: Komt tijd, komt raad. Tijd geeft soms een ander zicht op dingen. Tijd heelt soms wonden. Hoewel? Misschien blijven er toch wel littekens. Misschien blijven er toch wel dingen waar we geen raad mee weten. De tijd lijkt soms te vliegen, maar soms ook lijkt het of de tijd stil staat. Alles is doorgegaan, maar dit is niets veranderd, altijd nog hetzelfde.

Tijd is verbonden met ons leven. Levenstijd. Genadetijd. In de Bijbel staat in Prediker 3 dat alles zijn bestemde tijd heeft en alle voornemen onder de hemel heeft zijn tijd. Vele dingen worden opgesomd. Er is een tijd om geboren te worden, en een tijd om te sterven (vs 2). Een tijd om te huilen en een tijd om te lachen (vs 4). Een tijd om te kermen en een tijd om op te springen (vs 4). Een tijd om te omhelzen en een tijd om verre te zijn van omhelden (vs 5). Een tijd om te bewaren en een tijd om weg te werpen (vs 6). Een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken (vs 7).

Tijd voor blijdschap en tijd voor verdriet. Tijd voor jezelf en tijd voor de ander. Een tijd om anderen te helpen en een tijd om geholpen te worden. Een tijd om hulp te geven, een tijd om hulp te vragen. Tijd voor je werk en tijd voor je privé. Is er die tijd? De tijd is er wel, maar nemen we die tijd? Tijd voor rust en vakantie. Tijd voor jezelf en voor elkaar. En stille tijd?

Niet de tijd vliegt…. Maar WIJ vliegen (daarheen….), zegt psalm 90. Waar vliegen wij heen? En wat komen wij tijdens de vlucht van ons leven allemaal tegen? Waar willen we bij stilstaan? Waarbij moeten we stilstaan? Waar willen wij onze tijd voor nemen, of onze tijd aan geven?

Salomo zegt in Prediker: “Ik heb gemerkt, dat er niets beters voor henlieden is, dan zich te verblijden, en goed te doen in zijn leven. Ja ook, dat ieder mens ete en drinke, en het goede geniete van al zijn arbeid, Dit is een gave Gods.”
We mogen ons dus verblijden en goed doen. Goed doen aan onszelf en anderen. Eten en drinken en het goede genieten. Vakantietijd hebben en rusten van al de arbeid. Het goede genieten. Ook dat is een gave van God.

Misschien is het wel goed om in de vakantietijd eens stil te staan bij de invulling van onze tijd. Stel dat we een cirkeldiagram maken van hoe we onze tijd besteden. Hoeveel tijd besteden we aan werk, kerk, familie, vrienden, echtgenoot, kinderen, hobby’s, computer, sport, enz… Hoeveel tijd besteden we aan onszelf? Hoeveel tijd besteden we aan God? Hoe zou ons plaatje eruit zien en zijn we er tevreden mee?

Ik kwam laatst een treffende uitspraak tegen: “Besef wat je hebt, voor de tijd je laat beseffen wat je had”. Waaraan geven we onze tijd, waarvoor nemen we onze tijd…? Het is nu in ieder geval bijna vakantietijd. Tijd en gelegenheid om te bezinnen…. Fijne vakantie!

Vrede

Over enkele weken is het weer Kerst. “Vrede op aarde…”. Dat wordt weer herdacht en bezongen. Veel mensen zijn bezig met voorbereidingen. Adventspreken op de zondagen. Uitzien, verwachting… De bomen, tuinen, huizen zijn weer versierd met lichtjes. De winkels liggen weer vol met Kerst-artikelen. Er wordt nagedacht over “hoe gaan we dit vieren, waar gaan we dit vieren, met wie ga ik dit vieren…”. Alles lijkt gericht op het creëren van gezelligheid, rust en vrede…

Soms levert de gedachte aan de aanstaande Kerstdagen helemaal geen vrede op…., maar juist stress. Niet alleen maar stress vanwege al deze voorbereidingen. Maar vooral stress omdat de vrede ontbreekt…. Vrede in de familie, in het gezin, met mijzelf. Wat is het soms ver te zoeken… Wat levert het dan vooral pijn op. Onvrede….

Er zijn soms expliciete of stilzwijgende familieverwachtingen. Verwachtingen die kunnen verzanden in een vanzelfsprekendheid… Geen keus…, maar een beslissing waar je je onmogelijk aan kunt onttrekken. Het wordt van je verwacht: “Kerst vier je met je familie!”

Alleen dit al kan enorme stress opleveren. Vredig doen, terwijl er geen vrede is? Hoe moeten we dat doen? Vrede tijdens het Kerstdiner… en de strijd onder tafel? Waar moeten de gesprekken over gaan, als we het nergens over kunnen hebben?

Soms leveren de familieverwachtingen ook enorme dilemma’s op. Hoe doen we niemand tekort… Als je met meerdere mensen en wensen rekening moet houden? Hoe handhaaf je de vrede in en met jezelf en anderen?

Het kan ook anders… Je hebt gebroken, of anderen hebben met jou gebroken… Je zou het ook zo graag anders willen of hebben gewild. Zijn deze breuken (op termijn) nog te verbinden, te helen…? Welke acties kan en wil ik daarvoor ondernemen. Hoe vind ik vrede in mezelf, als dit niet het geval is?

Soms is er geen verwachting…. Soms roept Kerst juist gemis op. Gemis van wat er niet is… Gemis van een partner, kinderen, lichamelijke of psychische gezondheid. Gemis door één of meerdere verliezen… Juist de Kersttijd kan het verdriet zo dichtbij brengen. Mag het gemis ook aanwezig zijn? Wat geeft vrede…?

Vrede is een woord dat samenhangt met vrij-zijn… Vrede is verbonden met vrijheid en verantwoordelijkheid, voor jezelf en de ander. Vrede kan ontstaan in ontmoetingen waarbij we de eigen wensen en grenzen, gevoelens en keuzes bespreekbaar durven maken en durven spreken over de wensen en verwachtingen van de ander. Vrede is in vrijheid verbonden zijn met eigen gevoelens en behoeften en ook kunnen stilstaan bij die van de ander. Vrede ontstaat bij zoveel mogelijk recht doen, zowel aan jezelf als aan de ander! Vrede ontstaat als we geleden ‘onrecht’ niet doorgeven, maar willen ombuigen naar ‘recht en vertrouwen’ voor jezelf en de toekomst!

Deze vrede hoeven we niet alleen rond Kerst voor te bereiden. Elke dag geeft ons gelegenheid om te werken aan deze vrijheid en vrede met onszelf en anderen. Van harte daarvoor uitgenodigd in het komende jaar!

Ten diepste gaat het met Kerst over een hogere Vrede. Niet de vrede vanuit onszelf, niet de vrede tussen ons en anderen. Al zijn er knellende banden, al is er eenzaamheid of verdriet, al is er onrecht en onvrijheid… Al is er bij ons daarvoor geen mogelijkheid. Al is er geen verwachting en geen uitzien… Met Kerst gaat het over: Vrede met God. Immanuel: God met ons. Van harte gezegende Kerstdagen toegewenst!